Als een produkt defect raakt is het belangrijk om te weten of dat binnen het eerste halve jaar is of na afloop van de fabrieksgarantie. In beide gevallen heb je sinds 1-5-2003 recht op de wettelijke garantie. Defect in het eerste halve jaar houdt in: terug naar de verkoper die kosteloos moet zorgen voor vervanging of reparatie (de koper mag hier zelf de keuze maken) en als dat niet kan restitututie van het aankoopbedrag. Gaat het produkt kapot na afloop van de fabrieksgarantie maar binnen de verwachte levensduur (bijvoorbeeld een levensduur is 5 jaar) dan heb je nog steeds recht op wettelijke garantie, en kun je  teruggaan naar de verkoper die moet zorgen dat het produkt gerepareerd wordt (uiteraard moet je dan wel het gebruiksdeel van het defecte onderdeel betalen). De verkoper is dan de schakel die zelf voor verhaal bij de fabrikant verantwoordelijk is. Het verhaal halen bij de fabrikant is bij wettelijke garantie zijn probleem en niet het probleem van de consument. Dit alles is gebaseerd op de wet Koop en Garantie van 1-5-2003*

*) Een produkt moet volgens artikel 17 van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek die kwaliteiten hebben die je ervan mag verwachten en alle reclame-uitingen en/of beweringen van een verkoper met betrekking tot dat produkt tellen wat dat betreft mee. Gaat het produkt dat volgens de verkoper minimaal 5 jaar moet meegaan dus na 3 jaar kapot, dan kun je altijd verhaal halen bij de leverancier (= verkoper). Werkt de verkoper niet mee, dan rest  een gerechtelijke procedure, maar die drempel is natuurlijk wel erg hoog.