De grens van 211 euro zit als volgt:

Op het moment dat je een aanslag hebt die onder een bepaald bedrag zit (211 euro) dan wordt er geen aanslag opgelegd. Het beste is dan ook om zolang mogelijk met de cijfers te spelen, zodat je precies op 211 euro uitkomt.

Op het moment dat je gebruik maakt van een voorlopige teruggaaf, gaat dit "truukje" niet op. Je hebt gebruik gemaakt van een voorlopige teruggaaf en dit betekend dat je eigenlijk dus gedurende het jaar 211 euro teveel hebt terug gekregen en niet dat je 211 euro moet betalen.

Als je dit wilt doen is het dus noodzakelijk dat je geen vt hebt ingevuld.

Groet,
Marcel

Marcel bedankt voor je antwoord.

Eigenlijk toch ongelijke behandeling in mijn ogen. Of moet ik dit zo niet zien?? Dacht ook te kunnen "goochelen" met die cijfertjes. Dus als ik het goed begrijp zijn belastingplichtigen, die geen vt hebben ingevuld dus in het voordeel. Ook heb ik eens ergens gelezen, dat hier een jaar geleden al tegen in beroep is gegaan. De uitspraak heb is mij niet bekend. In dit zelfde bericht werd toen ook geadviseerd om bezwaar aan te tekenen, wanneer men een bedrag moest betalen onder de aanslaggrens. En af te wachten op de uitspraak van het beroep. Heeft iemand hier weleens wat van gehoord??

Snap nu ook waarom de belastingdienst zoveel reclame maakt voor een vt, dan gaat die aanslaggrens niet op.

Raar hoor!

Groeten Irma!!

De belastingdienst hanteert inderdaad een norm met betrekking tot wel of geen aanslag. Hierbij kijkt de belastingdienst of er sprake is van een zogenaamde verplichte aanslag. Wordt een verplichte aanslag opgelegd dan vervalt de vrijstelling.

Een verplichte aanslag wordt opgelegd als uw aanslag boven de vrijstelling uitkomt of als u gebruik hebt gemaakt van een voorlopige teruggaaf. Een voorlopige teruggaaf wordt altijd gevolgd door een verplichte aanslag. U bent zelfs verplicht om na een voorlopige teruggaaf een aangiftebiljet inkomstenbelasting in te vullen. Zelfs als de belastingdienst er geen heeft opgestuurd.

Een voorlopige teruggaaf kan betrekking hebben op de kinderkorting, combinatiekorting, bijzondere uitgaven of hypotheekrenteaftrek.

Vraag bij een voorlopige teruggaaf nooit het maximale bedrag terug maar bouw een zekere marge in. Dit voorkomt dat u het jaar daarop moet betalen.