po
door poekiebinka Jan 22, 2014 om 21:26
Auto & vervoer

Van autisme verdacht na zakken examen cbr

vandaag is mijn zoon weer, 5 de keer, gezakt voor zijn rijbewijs. Faalangst. Keigoed rijden tijden de lessen en van stress weer die ene ingreep. Het zakken kan ik nog in komen maar.. Na het examen gaat de examinator een verhaal afsteken en mijn zoon ondervragen waarop mijn zoon voornamelijk nee antwoordt Uiteindelijk zegt hij hem met de mededeling het niet beledigend op te vatten dat mijn zoon een autist is, hij er een melding van maakt en hij eerst een keuring zal moeten ondergaan voor hij weer een examen aan mag vragen. Perplex waren mijn zoon alsmede zijn instructeur. Nu werk ik zelf, moeder van de betrokkenen, als forensisch therapeutisch werker bij justitie op een groep met autisten en kan ik met 100% zekerheid zeggen dat mijn zoon geen autist is. cbr gebeld maar t schijnt dus echt te kunnen dat een examinator zonder psychiatrische kennis dit zo uit zn duim kan zuigen.. en mijn zoon nu..maanden wachten op een oproep theorie straks verlopen, op kosten gejaagd, wachten tot hij het bewijs in handen heeft geen autist te zijn eindelijk opnieuw examen te mogen doen. Wat zijn onze rechten in dezen???

12469 55 Rapporteer

Deze vraag is gesloten en kan niet meer worden beantwoord. Let op! Gesloten topics hebben een archieffunctie. De vragen sluiten mogelijk niet meer aan bij de huidige situatie en kunnen gedateerde informatie bevatten.

mahadma
door mahadma - Jan 22, 2014 om 21:35
11548 Antwoorden / 51 Vragen
0

Als er sprake is van (mogelijk) autisme, dan zal een onpartijdige arts dit moeten onderzoeken. Het CBR wijst zo iemand aan. Familie is dan zeker uitgesloten. Hier doe je niets aan.

po
door poekiebinka - Jan 22, 2014 om 22:02
3 Antwoorden / 1 Vragen
0

toch knap dat dat een examinator dit in met twee vingers in zijn neus kan bedenken.. autisme is een psychiatrische aandoening en dat is iets heel anders dan faalangst. en zo sta je als universitair studerend flexibele adolescent met een goed sociaal leven met je bek vol tanden. Grappig wel dat ik 4 jaar heb moeten studeren om te weten wat autisme inhoud en dat je als examinator dit gewoon in een oogopslag kan diagnosticeren.te gek nee te belachelijk voor woorden

mahadma
door mahadma - Jan 22, 2014 om 22:15
11548 Antwoorden / 51 Vragen
0

Het CBR is de examinerende instantie die bepaald of iemand wel of niet rijvaardig is. En hoe en op welke manier een examinator tot een besluit komt qua gesteldheid van de kandidaat (al of niet met twee vingers in de neus en of in een oogopslag) zal hij/zij kiezen voor zekerheid. En verkeersveiligheid. En die zekerheid kan alleen door een onpartijdig arts gegeven worden, zoals eerder gesteld.

Als dit eenmaal gemeld is, zal het CBR dus ook eerst een resultaat op papier moeten zien dat de kandidaat oké is om examen te doen. En die weg zal uw zoon moeten gaan. (een neef van mijn partner is ook studerend universitair maar is absoluut autist.)

po
door poekiebinka - Jan 22, 2014 om 22:26
3 Antwoorden / 1 Vragen
0

geweldig!!! Het labelen in vergelijking met... ik ken ook iemand..ik zou akkoord gaan met twijfels over rijvaardigheid maar de diagnose autisme stel je niet in een oogopslag. Nee boven vermelde.. ik geloof in het kunnen van een examinator maar laat hem op zijn vakgebied blijven en voor een diagnose moet je weten waar je het over hebt.. en in dezen zit hij er drie dubbel dwars naast.

pino123
door pino123 - Jan 22, 2014 om 22:53
2763 Antwoorden / 14 Vragen
0

Het is en blijft een vermoeden.... Laat het over aan de onafhankelijke arts. U kent uw kind beter dan de examinator en daar zit hem juist ook de kneep. 5 maal zakken zegt wel iets over het rijvermogen van uw zoon. Zoals u al aangeeft doet de faalangst hem steeds de das om. Waarschijnlijk komt uw zoon op de manier wel aan de mogelijkheid om op een andere manier af te rijden en zijn rijbewijs te halen.

Daarbij het natuurlijk vervelend dat zijn theorie dreigt te verlopen, maar autisme is in vele vormen aanwezig, denk hierbij aan PDD-NOS etc..

snah
door snah - Jan 22, 2014 om 23:15
654 Antwoorden / 61 Vragen
0

Hallo Poekiebinka

Aangezien dit het 5de examen is is dit examen niet afgenomen door het cbr , maar door een onderafdeling van het cbr genaamd bnor ( staat voor bureau nader onderzoek rijvaardigheid ) hier zitten geen examinatoren maar adviseurs ( zie het uitslagformulier ) .
De uitslag is als je gezakt bent "afgewezen " , klinkt anders als gezakt bij het cbr .

En ja deze adviseurs kunnen en mogen een nader onderzoek eisen . Dit is buiten de lesautokosten gratis .

De stempel die uw zoon van het cbr heeft gekregen is niet of heel moeilijk uit te wissen , ook al komt u met verklaringen van velen artsen .

Succes met het verloop


tenormin
door tenormin - Jan 22, 2014 om 23:53
16836 Antwoorden / 108 Vragen
0

klik. Word wel strijd om etiket autisme los te weken, veel succes.

la
door lannasilva - Jan 23, 2014 om 02:48
8 Antwoorden / 7 Vragen
0

geachte Poekiebinka

ik ben er zelf op 44 jarige leeftijd achter gekomen dat ik een autistische stoornis heb. Ik heb Asperger. Een vorm van autisme waarbij je eigenlijk nog het meest tot je recht komt in vergelijking met andere autistische stoornissen. Ik herken zeker wel het begrip angststoornissen bij mijzelf. Ook ik ben pas in vijf keer geslaagd voor mijn praktische rijexamen. Het theoretische examen was voor mij een eitje. Later zijn voor mij alle puzzelstukjes in elkaar gevallen en kon ik heel veel verklaren van dingen die in mijn leven verkeerd zijn gegaan. Er zijn bij mij ook wel therapeuten aan te pas gekomen aangezien ik een achterstand in mijn motoriek had. NIEMAND VAN DEZE DESKUNDIGEN heeft echter mijn autisme ontdekt. Zelfs mijn familie ontkent momenteel mijn autisme. Ik stel mezelf aan en iedereen heeft wel eens last dat het even boven zijn pet groeit. Autisme Ditzelfde herken ik in uw reactie naar uw zoon toe. Alhoewel U met autistische mensen werkt ontkent U toch dat uw zoon autistisch zou kunnen zijn. Mijn advies aan U is dan ook dat U de mening van de examinator respecteert. Wellicht is uw denkbeeld dermate gekleurd dat U het zelf niet inziet. Als een examinator dit tegen mij had verteld had ik dit waarschijnlijk ook niet geloofd. Echter achteraf had hij wel mijn leven verbeterd. Ik heb een redelijk hoge opleiding gevolgd en blijk na zoveel jaren toch niet geschikt voor de met deze opleiding samenhangende functies. Als diezelfde examinator mij op 20 jarige leeftijd had gewaarschuwd dan had ik het nu veel gemakkelijker gehad in mijn leven. Dan had ik wel een juiste opleiding kunnen volgen of een juiste baan kunnen accepteren waar ik wel met mijn handicap tot zijn recht zou kunnen komen. Albert Einstein was een van de meest geniale mensen die ooit geleefd hebben. Helaas was hij wel autistisch en was hij zonder zijn autistische handicap nooit meer vernoemd in de boeken laat staan dat de ontwikkelingen op aarde gedeeltelijk aan hem te danken zijn.

zwemmer
door zwemmer - Jan 23, 2014 om 10:40
2638 Antwoorden / 35 Vragen
0

Ik dacht dat autisme iets met een onvermogen om emotioneel te kunnen reageren en begrijpen te maken heeft, met een zekere mate van "onbereikbaarheid" ten gevolge van het verstrikt zijn in een vage wirwar van gevoelens en al wat daarmee samenhangt. Dat maakt onzeker, vreselijk dat alles hier een "ziekte"moet zijn en een griezelige naam krijgt terwijl het gewoon om leven gaat.


{\rtf1\ansi\ansicpg1252
{\fonttbl\f0\fswiss\fcharset0 Helvetica-Bold;}
{\colortbl;\red255\green255\blue255;\red255\green255\blue255;}
\deftab720
\pard\pardeftab720\sl400\qc\partightenfactor0

\f0\b\fs52 \cf2 \expnd0\expndtw0\kerning0
\outl0\strokewidth0 \strokec2 \
}



zwemmer
door zwemmer - Jan 23, 2014 om 11:17
2638 Antwoorden / 35 Vragen
0

(Die tekstsymboliek hierboven kwam per ongeluk en zomaar mee)

pi
door pieterwolters - Jan 23, 2014 om 13:37
3610 Antwoorden / 0 Vragen
0

[quote=zwemmer schreef op donderdag 23 jan 2014, 10:40]Ik dacht dat autisme iets met een onvermogen om emotioneel te kunnen reageren en begrijpen te maken heeft, met een zekere mate van "onbereikbaarheid" ten gevolge van het verstrikt zijn in een vage wirwar van gevoelens en al wat daarmee samenhangt. Dat maakt onzeker, vreselijk dat alles hier een "ziekte"moet zijn en een griezelige naam krijgt terwijl het gewoon om leven gaat.



Dat is 1 van de vele verschijningsvormen. Er is niet iets als "autisme" op zich. Er zijn ook vele gradaties. Iedereen heeft wel een tikje autisme.

Wat wel een overeenkomst tussen verschillende soorten autisme is, is het niet herkennen van emoties bij anderen. Overigens heb ik pas een artikel gelezen waarin onderzoekers beweren dat autisten juist heel sterk (eigenlijk te sterk) emoties bij anderen zien en daarom een soort van schild om zich heen hebben om de emoties te negeren omdat ze anders gek worden van alle prikkels.

po
door poekiebinka - Jan 23, 2014 om 17:21
3 Antwoorden / 1 Vragen
0

Tja iedereen heeft autistische trekken, pak er de M5 bij en half Nederland zit in een gesloten psychiatrische instelling maar dan is de stempel die het CBR op mijn zoon drukt nog niet de waarheid en ik vind het bizar dat een ieder die reageert er automatisch vanuit gaat dat een rij examinator dit in een half uur kan beoordelen als zijnde dat het zo is. Laat een ieder op zijn vakgebied blijven. Ik kan geen rijexamen afnemen omdat ik daar de opleiding niet voor heb een examinator kan geen autisme diagnosticeren omdat dat hij examinator is en geen psycholoog . En zo blijkt maar weer hoe gek de wereld is geworden van vooroordelen en zijn eigen waarheid. Enthousiast ADHD, verveeld ADD, grote mond ODD, faalangst Autisme.

sw
door swat1500 - Jan 23, 2014 om 18:03
3791 Antwoorden / 0 Vragen
0

Nogmaals de examinator stelt geen diagnose maar uit slechts een vermoeden, dat vervolgens nader onderzocht moet worden door iemand die wel een diagnose kan en mag maken.
De overheid heeft het CBR een zware verantwoordelijkheid gegeven m.b.t. wie wel en niet als houder van een rijbewijs aan het verkeer mag deelnemen.

orgelmuts
door orgelmuts - Jan 24, 2014 om 11:39
632 Antwoorden / 58 Vragen
0

[quote=poekiebinka schreef op woensdag 22 jan 2014, 21:26]vandaag is mijn zoon weer, 5 de keer, gezakt voor zijn rijbewijs. Faalangst. Keigoed rijden tijden de lessen en van stress weer die ene ingreep. Het zakken kan ik nog in komen maar.. Na het examen gaat de examinator een verhaal afsteken en mijn zoon ondervragen waarop mijn zoon voornamelijk nee antwoordt Uiteindelijk zegt hij hem met de mededeling het niet beledigend op te vatten dat mijn zoon een autist is, hij er een melding van maakt en hij eerst een keuring zal moeten ondergaan voor hij weer een examen aan mag vragen. Perplex waren mijn zoon alsmede zijn instructeur. Nu werk ik zelf, moeder van de betrokkenen, als forensisch therapeutisch werker bij justitie op een groep met autisten en kan ik met 100% zekerheid zeggen dat mijn zoon geen autist is. cbr gebeld maar t schijnt dus echt te kunnen dat een examinator zonder psychiatrische kennis dit zo uit zn duim kan zuigen.. en mijn zoon nu..maanden wachten op een oproep theorie straks verlopen, op kosten gejaagd, wachten tot hij het bewijs in handen heeft geen autist te zijn eindelijk opnieuw examen te mogen doen. Wat zijn onze rechten in dezen???

@poekibinka

Heeft uw zoon 5x dezelfde examinator gehad met afrijden? Want dat is op zich niet gebruikelijk.
Dat kon ik uit uw vraag niet opmaken.

ol
door olliegamer - Jan 24, 2014 om 11:44
3 Antwoorden / 0 Vragen
0

31 jaar geleden deed ik voor de 6de x mijn praktich rijexamen en niemand zei er iets van. Ik zou een mevrouw krijgen, waarvan iedereen zei, dat ik zou zakken! Dus mooi niet. Zo kan het dus ook gaan. Uw zoon had helaas niet de tolerantste examinator. Misschien bij het juridisch loket of de onbudsman informeren hoe je hiertegen in verzet kan gaan? Succes.

ma
door marleenvanh - Jan 24, 2014 om 11:52
452 Antwoorden / 1 Vragen
0

Het lijkt me dat deze meneer wel een beetje buiten zijn boekje gaat. Wat ik me verder afvraag is of hij dezelfde vraag gesteld zou hebben aan een vrouwelijk persoon die 5x gezakt was.....

mahadma
door mahadma - Jan 24, 2014 om 11:54
11548 Antwoorden / 51 Vragen
0

@olliegamer,

31 jaar gelden was het examen (minimaal gesteld) anders.

De kern van dit topic dat de TS schrijft dat de examinator de diagnose lijkt te stellen, terwijl het juist in deze tijd, zeker als iemand voor de 5 de keer zakt (en dus al een andere examinator en examen krijgt) een vermoeden kan hebben dat de geexamineerde "iets" kàn hebben, dit eerst onderzocht moet worden. In het huidige verkeer is dat geen luxe.

Verzet hiertegen heeft geen enkele zin (in examen 5 een ingreep = zakken), daarnaast werk TS voor justitie, dus die weet de weg wel. De zoon zal eerst onderzocht moeten worden en kan daarna al of niet verder examen doen. En dat geldt voor iedereen.

marijke77
door marijke77 - Jan 24, 2014 om 12:00
158 Antwoorden / 3 Vragen
0

Een CBR examinator is geen arts dus mag en kan hij/zij ook geen ziekte vaststellen. Ik vind het sowieso arrogant om op die manier deze uitspraak te doen.

mahadma
door mahadma - Jan 24, 2014 om 12:00
11548 Antwoorden / 51 Vragen
0

@marleenvanh,

bespeur ik het idee van discriminatie in uw antwoord?

mahadma
door mahadma - Jan 24, 2014 om 12:01
11548 Antwoorden / 51 Vragen
0

@Marijke,

er is geen diagnose gesteld, maar een vermoeden uitgesproken.

orgelmuts
door orgelmuts - Jan 24, 2014 om 12:04
632 Antwoorden / 58 Vragen
0

[quote=mahadma schreef op vrijdag 24 jan 2014, 12:00]@marleenvanh,

bespeur ik het idee van discriminatie in uw antwoord?

Ik vind het niet zo'n gekke vraag hoor @mahadma, ik heb een kennis (vrouw) die pas na 11x haar rijbewijs heeft gehaald.
Die heeft ook geen stempeltje opgekregen.

fl
door flappie - Jan 24, 2014 om 12:35
16 Antwoorden / 0 Vragen
0

Ook ik ken iemand die na diverse examens haar rijbewijs heeft gehaald en geloof me, het was beter geweest voor de verkeersveiligheid als ze NIET haar rijbewijs had!!! Dat het CBR een extra onderzoek wil nadat een kandidaat 5x is gezakt is niet zo vreemd!! Uiteraard vind u als ouder dit onzin, zou ik waarschijnlijk ook vinden. Maar het CBR heeft de verantwoording om alleen mensen te laten slagen die aan ons drukke verkeer kunnen deelnemen. Wanneer een examinator hieraan twijfelt dan is dit een goede reden voor nader onderzoek. Een examinator ziet dagelijks vele kandidaten en is goed instaat om dit te bepalen. OK, hij kan/mag dan niet het labeltje van een stoornis erop plakken maar wel dat er nader onderzoek gewenst is. Zie het als een huisarts die een patiënt doorstuurt naar een specialist.
Liever nu wat extra tijd en kosten dan later grote gevolgen doordat de kandidaat toch niet geschikt was om te rijden!!!

haarp
door haarp - Jan 24, 2014 om 13:00
514 Antwoorden / 62 Vragen
0

Ook ik ben pas bij de derde keer geslaagd. Ik moet zeggen dat ik verschrikkelijke faal angst had en grove fouten maakte tijdens het examen. Tijdens de lessen had ik geen faalangst en reed ik perfect.
Ik heb dit met mijn examinatoren besproken doch pas bij de derde keer kreeg ik een heel sympathieke examinator waarbij ik mij op mijn gemak voelde. Ook is mijn instructeur meegereden wat ik bijzonder op prijs stelde. Mijn examinator vertelde mij dat faal angst bij iedereen is en na een paar kilometer rijden zou dit over moeten zijn.
Faal angst is verschrikkelijk, je kunt je er niet voor behoeden.

ka
door kaakje - Jan 24, 2014 om 13:06
109 Antwoorden / 0 Vragen
0

Regelrecht van de zotte dat een examinator een dergelijke diagnose durft te stellen. Maar een mogelijkheid zou zijn, dat als uw zoon een paar keer examen heeft gedaan en gezakt is vanwege stress, om een BNOR te doen. Als je binnen een periode van 5 jaar 4 x gezakt bent kom je in aanmerking. 9 van de 10 slagen wel bij een BNOR examen. Deze examinatoren hebben een speciale opleiding gevolgd om kandidaten lekker op hun gemak te stellen. Ik heb in mijn vriendenkring 2 personen waarbij het op de 'gewone' manier (resp, 6 en 8 keer) niet lukte. Eerste keer BNOR geslaagd.

mahadma
door mahadma - Jan 24, 2014 om 13:08
11548 Antwoorden / 51 Vragen
0

@kaakje,

kijk een bij snah woensdag 22 jan 2014, 23:15.

ka
door kaakje - Jan 24, 2014 om 13:13
109 Antwoorden / 0 Vragen
0

Vervolg op mijn reactie:

http://www.rijbewijsinfo.nl/autorijbewijs/rijbewijs/Rijexamen_Faalangstexamen

ka
door kaakje - Jan 24, 2014 om 13:16
109 Antwoorden / 0 Vragen
0

[quote=mahadma schreef op vrijdag 24 jan 2014, 13:08]@kaakje,

kijk een bij snah woensdag 22 jan 2014, 23:15.

Wat is snah?

ka
door kaakje - Jan 24, 2014 om 13:19
109 Antwoorden / 0 Vragen
0

[quote=snah schreef op woensdag 22 jan 2014, 23:15]Hallo Poekiebinka

Aangezien dit het 5de examen is is dit examen niet afgenomen door het cbr , maar door een onderafdeling van het cbr genaamd bnor ( staat voor bureau nader onderzoek rijvaardigheid ) hier zitten geen examinatoren maar adviseurs ( zie het uitslagformulier ) .
De uitslag is als je gezakt bent "afgewezen " , klinkt anders als gezakt bij het cbr .

En ja deze adviseurs kunnen en mogen een nader onderzoek eisen . Dit is buiten de lesautokosten gratis .

De stempel die uw zoon van het cbr heeft gekregen is niet of heel moeilijk uit te wissen , ook al komt u met verklaringen van velen artsen .

Succes met het verloop

Gaat niet automatisch en moet speciaal aangevraagd worden.





mahadma
door mahadma - Jan 24, 2014 om 13:19
11548 Antwoorden / 51 Vragen
0

@kaakje,

kijk even op pagina 1 van dit topic en dan bij de bijdrage van SNAH van woensdag 22 jan 2014, 23:15. Daar staat dit precies omschreven wat u denkt/zegt.

ka
door kaakje - Jan 24, 2014 om 13:21
109 Antwoorden / 0 Vragen
0

[quote=mahadma schreef op vrijdag 24 jan 2014, 13:08]@kaakje,

kijk een bij snah woensdag 22 jan 2014, 23:15.


Snah inmiddels gevonden maar die heeft de klok horen luiden.

wimmi20
door wimmi20 - Jan 24, 2014 om 13:36
2154 Antwoorden / 7 Vragen
0

Ongeveer 1 uur geleden stelde ik via het internet bij het CBR de vraag of een examinator een medische afwijking MAG constateren.
Na 1 uur kreeg ik al antwoord !
Dat mag een examinator niet.
Wel kan hij zijn vermoedens uitspreken, dat er een medische reden is voor het telkenmale "zakken"
En hij kan het CBR adviseren dat een nader medisch onderzoek gewenst is.
Dat de examinator gelijk de diagnose autistisch stelde lijkt mij zeer onwaarschijnlijk.
Als uw zoon wegens zenuwen al enkele malen is gezakt, dan was het misschien verstandiger geweest een bijzonder examen aan te vragen, waar men de kandidaat op zijn gemak stelt.

wimmi20
door wimmi20 - Jan 24, 2014 om 13:56
2154 Antwoorden / 7 Vragen
0

Nog even een aanvulling voor de vraagsteller.
Als u precies wilt weten hoe het in de wet staat betreffende autisme en rij-examen
toets dan : HTTP://wetten.overheid.nl/BWBR0011362/. en scroll dan tot artikel 8.11.

eclipse
door eclipse - Jan 24, 2014 om 14:14
1561 Antwoorden / 370 Vragen
0

[quote=marleenvanh schreef op vrijdag 24 jan 2014, 11:52]Het lijkt me dat deze meneer wel een beetje buiten zijn boekje gaat. Wat ik me verder afvraag is of hij dezelfde vraag gesteld zou hebben aan een vrouwelijk persoon die 5x gezakt was.....
@ Marleen, fijn dat we het meest idiote niet terzake doende antwoord voor 2014 bijdeze hebben gehad, , van harte

hi
door hipppo - Jan 24, 2014 om 14:21
303 Antwoorden / 2 Vragen
0

Als een examinator het vermoeden uitspreekt dat uw zoon autistisch is, gaat hij ver buiten zijn boekje.
Ook lieden/instanties die zo'n vermoeden serieus nemen zouden zelf wellicht eens onderzocht moeten worden. De vraag is of een klacht ingediend kan worden en ook of dat iets uit zou halen.
Uw zoon kan zeker (veel) baat hebben bij hypnotherapie om zijn faalangst uit te schakelen.
Succes gewenst.

eclipse
door eclipse - Jan 24, 2014 om 14:24
1561 Antwoorden / 370 Vragen
0

[quote=poekiebinka schreef op donderdag 23 jan 2014, 17:21]Tja iedereen heeft autistische trekken, pak er de M5 bij en half Nederland zit in een gesloten psychiatrische instelling maar dan is de stempel die het CBR op mijn zoon drukt nog niet de waarheid en ik vind het bizar dat een ieder die reageert er automatisch vanuit gaat dat een rij examinator dit in een half uur kan beoordelen als zijnde dat het zo is. Laat een ieder op zijn vakgebied blijven. Ik kan geen rijexamen afnemen omdat ik daar de opleiding niet voor heb een examinator kan geen autisme diagnosticeren omdat dat hij examinator is en geen psycholoog . En zo blijkt maar weer hoe gek de wereld is geworden van vooroordelen en zijn eigen waarheid. Enthousiast ADHD, verveeld ADD, grote mond ODD, faalangst Autisme.

@poekieB , wat een agressie, gezien Uw ageressieve schrijftaal op de antwoorden, leeft Uzelf in een eigen gelijk wereldje, ik bespeur een pré agressieve intimidatie stoornis, ga lekker bij het CBR Uw frustratie `s uiten, omdat Uw zoon maar niet slaagt voor z`n excamen, gebeurt dagelijks hoor bij honderden tegelijk..neem Marleen mee en U kunt samen Uw gal spuwen

ju
door juul8 - Jan 24, 2014 om 14:58
6 Antwoorden / 4 Vragen
0

De examinator is kennelijk bevoegd om te stellen dat er een onderzoek moet plaatsvinden. Maar het lijkt me weinig correct zo niet verboden, dat een examinator zelf 'diagnosticeert' ipv naar een tot diagnosticeren bevoegd persoon te verwijzen. Tenzij natuurlijk de examinator zelf een daartoe bevoegd psycholoog of psychiater is - wat heel goed mogelijk zou kunnen zijn. over het vervallen van je theorie-examen zou ik maar vragen of daar soms dispensatie voor mogelijk is, wanneer het lang duurt voordat de diagnose rond is. En ja, alle Nederlanders hebben vermoedelijk één of meer diagnosticeerbare stoornissen. de examinator en u en ik. en anders ben je wel een buitenbeentje :-).

er
door erky - Jan 24, 2014 om 15:31
243 Antwoorden / 2 Vragen
0

Hoi Poekibinka,

Op een forum als dit kan je allerlei reacties verwachten. JIJ klinkt goed gebekt hier, maar hoe is dat met je zoon? Kan hij zijn eigen boontjes al doppen?

Ik hoop voor jou en je zoon vurig dat er binnenkort wel een goed verlopen rijexamen wordt gedaan. Een positief en ontspannen vooruitzicht. Ik las dat je het woord faalangst zelf gebruikte. Mij lijkt het belangrijk dat zoonlief zelf in de smiezen krijgt dat hij faal-angstig is (als dit is vastgesteld door een psycholoog tenminste) en er iets tegen gaat ondernemen, hij zal er zeker vaker last van krijgen, zoals bij een sollicitatie.

Dus vergeet die hele examinator. Een rechtszaak beginnen wegens discriminatie kost jullie geld en de RDW (de overheid dus) betaalt rechtszaken altijd uit de staatskas. Richt je op het doel. Examen halen en de (persoonlijke) belemmeringen wegnemen.

Succes,
Erky

jolijn nr.2
door jolijn nr.2 - Jan 24, 2014 om 17:37
355 Antwoorden / 1 Vragen
0

Ik zou zeker niet maar afwachten wat er gaat gebeuren.
Laat je zoon meteen schrijven, mailen, bellen en bezwaar aantekenen tegen deze gang van zaken en tegen deze examinator in het bijzonder.
Het allerminste wat hij had kunnen doen is overleggen met de instructeur.
Geef het CBR en/of examinator 14 dagen de gelegenheid om deze fout recht te zetten alvorens je zoon een officiële klacht indient. Voeg een verklaring van de instructeur bij en van alles wat je kunt bedenken (huisartsenverklaring?) om aan te tonen dat er nooit iets of iemand is geweest die aanleiding heeft gezien je zoon op autisme te onderzoeken.
Ik zou duidelijk laten merken dat je capaciteiten van deze examinator in twijfel trekt als hij zomaar patsboem met betr. opmerking naar je zoon toe komt.
Blijf er bovenop zitten.

eclipse
door eclipse - Jan 24, 2014 om 17:54
1561 Antwoorden / 370 Vragen
0

[quote=jolijn nr.2 schreef op vrijdag 24 jan 2014, 17:37]Ik zou zeker niet maar afwachten wat er gaat gebeuren.
Laat je zoon meteen schrijven, mailen, bellen en bezwaar aantekenen tegen deze gang van zaken en tegen deze examinator in het bijzonder.
Het allerminste wat hij had kunnen doen is overleggen met de instructeur.
Geef het CBR en/of examinator 14 dagen de gelegenheid om deze fout recht te zetten alvorens je zoon een officiële klacht indient. Voeg een verklaring van de instructeur bij en van alles wat je kunt bedenken (huisartsenverklaring?) om aan te tonen dat er nooit iets of iemand is geweest die aanleiding heeft gezien je zoon op autisme te onderzoeken.
Ik zou duidelijk laten merken dat je capaciteiten van deze examinator in twijfel trekt als hij zomaar patsboem met betr. opmerking naar je zoon toe komt.
Blijf er bovenop zitten.
@@ Jolijn, hoeveel mensen zijn er vermoord??? ik zou meteen de mariniers erop gooien, en een zooi arrestatie teams om dat instructeurtje weleens fff mores te leren, pak allen Uw chemische wapens, en napalm bommen, op naar het malieveld. we zullen die instructeur krijgen die een zenuwachtig jochie afkeurt omdat ie een ingreep heeft gehad, jammer dat we het verhaal van de instructeur niet kunnen horen/lezen, ken er misschien nog net een volksopstand worden voorkomen en wordt zijn familie niet massaal aan de galg gehangen. nou rijles-gevend Nederland U bent gewaarschuwd. pantser Uw auto, draag kogelvrije vesten, duik onder met Uw gezin, Jolijn komt eraan...................

ab
door abctje - Jan 24, 2014 om 18:08
5 Antwoorden / 0 Vragen
0

Een heleboel reacties, De een weet het nog beter dan de ander. En weer anderen halen er voorbeelden bij die niet ter zake doende zijn. Kortom: de vraagsteller wordt er niet wijzer van. Jammer.
Helaas weet ik ook het juiste antwoord niet. Sorry.

Ja
door JanvanAlles - Jan 24, 2014 om 18:27
330 Antwoorden / 1 Vragen
0

U bent bovenal moeder dus uiteraard beschermd u uw zoon. Feit dat u weet was autisme inhoudt wil niet zeggen dat u zelf, zeker niet bij uw eigen zoon, alle symptomen kunt herkennen, Dat kan de examinator ook niet, sterker nog, dat is bepaald niet zijn taak. En toch, die examinator is een man die elke dag alle soorten mensen meemaakt dus feitelijk gezegd, misschien wel een ervaringsdeskundige die wellicht bepaalde symptomen herkent van eerdere klanten. Kan me voorstellen dat u boos bent maar zou er niet een klein stukje realiteit in kunnen zitten?
Ik ben fel tegenstander van al die stickertjes die al haast verse babies opgeplakt lijken te worden, een kind zonder sticker is niet "hot" op het schoolplein blijkbaar.
Afijn, uw zoon redt het examen niet, u gooit het op faalangst maar zou er niet een kern van waarheid in kunnen zitten, al is het logisch dat u dat niet ziet, wat de examinator wel denkt te zien? Een moeder is altijd ietwat gekleurd ten opzichte van haar kind, respect want zo hoort het ook maar zou er een kern van waarheid in kunnen zitten wat de bevindingen van de examinator betreft?
Denk dat ook hij het beste voor heeft met uw zoon en als hij dat mis heeft dan is het hem niet kwalijk te nemen immers is hij mede verantwoordelijk voor het verkrijgen van een bewijs van rijvaardigheid van zijn kandidaten. Heeft uw zoon een gesprek met de best man aangevraagd of ueberhaupt gevraagt waar hij zijn oordeel op baseert? Stap één is altijd het beste alvorens grotere stappen te nemen. Succes.

eclipse
door eclipse - Jan 24, 2014 om 18:40
1561 Antwoorden / 370 Vragen
0

[quote=poekiebinka schreef op woensdag 22 jan 2014, 21:26]vandaag is mijn zoon weer, 5 de keer, gezakt voor zijn rijbewijs. Faalangst. Keigoed rijden tijden de lessen en van stress weer die ene ingreep. Het zakken kan ik nog in komen maar.. Na het examen gaat de examinator een verhaal afsteken en mijn zoon ondervragen waarop mijn zoon voornamelijk nee antwoordt Uiteindelijk zegt hij hem met de mededeling het niet beledigend op te vatten dat mijn zoon een autist is, hij er een melding van maakt en hij eerst een keuring zal moeten ondergaan voor hij weer een examen aan mag vragen. Perplex waren mijn zoon alsmede zijn instructeur. Nu werk ik zelf, moeder van de betrokkenen, als forensisch therapeutisch werker bij justitie op een groep met autisten en kan ik met 100% zekerheid zeggen dat mijn zoon geen autist is. cbr gebeld maar t schijnt dus echt te kunnen dat een examinator zonder psychiatrische kennis dit zo uit zn duim kan zuigen.. en mijn zoon nu..maanden wachten op een oproep theorie straks verlopen, op kosten gejaagd, wachten tot hij het bewijs in handen heeft geen autist te zijn eindelijk opnieuw examen te mogen doen. Wat zijn onze rechten in dezen???
"vandaag is mijn zoon weer, 5 de keer, gezakt voor zijn rijbewijs. Faalangst. Keigoed rijden tijden de lessen en van stress weer die ene ingreep. "uiteraard, uw Zoon is de beste van de wereld naar Uw mening. uiteraard zat U op de achterbank en beseftte U gossie wat rijdt mijn Zoon keigoed. weet U ik kijk veel naar programma `s als blik op de weg e.d en denk dan waarom heeft zo `n snotaap z `n rijbewijs, wees blij misschien heeft deze man het leven van Uw zoon wel gered, alhoewel niemand in de toekomst ken zien. geven cijfers aan dat de meeste doden vallen onder beginnende rijders en ik dacht tot ca 24 jaar.. daarna worden ze gematigder en bewuster van het gevaar op de weg. en nu gaat het vinkje uit , dit gaat oeverloos verder , ik wens U succes en mn uw zoon. met het behalen van.

wimmi20
door wimmi20 - Jan 24, 2014 om 18:57
2154 Antwoorden / 7 Vragen
0

Nogal wat zgn deskundigen hebben kennelijk niet het wetsartikel opgezocht wat ik hierboven heb genoemd.
De examinator kan een vermoeden hebben, maar mag en kan geen diagnose stellen.
Een klacht indienen tegen de examinator kan niet.
Lees toch eerst eens het door mij genoemde wetsartikel voordat u zinloos gaat zwammen.

sitan
door sitan - Jan 24, 2014 om 19:11
28 Antwoorden / 4 Vragen
0

Ik ken meer mensen die 5 keer gezakt zijn maar tijdens de les gewoon goed rijden. Zij krijgen dan uiteindelijk een speciaal soort examen en GEEN medisch onderzoek....Ik meen dat het inhoud dat bij dit speciaal soort examen er extra tijd uitgetrokken wordt om de rijder wat meer op zijn/haar te laten voelen.

haarp
door haarp - Jan 25, 2014 om 10:15
514 Antwoorden / 62 Vragen
0

Alles op een rijtje...



Regeling eisen geschiktheid 2000







De Minister van Verkeer en Waterstaat,


Gelet op de artikelen 111, vierde lid, 130 tot en met 132 en 134 van de Wegenverkeerswet 1994;


Besluit:







Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. groep 1: rijbewijzen van de categorieën A1, A2, A, B en B+E;


b. groep 2: rijbewijzen van de categorieën C, C1, C+E, C1+E, D, D1, D+E en D1+E.








Artikel 2

De eisen met betrekking tot de lichamelijke en geestelijke geschiktheid tot het besturen van motorrijtuigen worden vastgesteld overeenkomstig de bij deze regeling behorende bijlage.







Artikel 3

De Regeling eisen geschiktheid (Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 12 juni 1996, nr. HW/RV 218632 Hoofddirectie van de Waterstaat (Stcrt. 117)) wordt ingetrokken.







Artikel 4

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juni 2000.







Artikel 5

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling eisen geschiktheid 2000.








Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.


DeMinister
van Verkeer en Waterstaat,
T. Netelenbos







Bijlage behorende bij de Regeling eisen geschiktheid 2000


Inhoudsopgave

1 Inleiding

2 De eisen: algemene opmerkingen

3 Stoornissen van het gezichtsvermogen.

3.1 Inleiding

3.2 Visus

3.3 Gezichtsvelden

3.4 Verlies van een oog

3.5 Rijtest

3.6 Nader oogheelkundig onderzoek

3.7 Progressieve oogaandoeningen

3.8 Donkeradaptatie

3.9 Contrastgevoeligheid

3.10 Intra-oculaire lenzen

4 Stoornissen van gehoor en evenwicht

4.1 Inleiding

4.2 Slechthorendheid en doofheid

4.3 Draaiduizeligheid of aanvallen van evenwichtsstoornis (zoals bij het syndroom van Ménière)

5 Inwendige ziekten

5.1 Inleiding

5.2 Diabetes mellitus

5.3 Hypertensie

5.4 Chronische nierschade

5.5 Longziekten

5.6 Bloedziekten

5.7 Overige aandoeningen, orgaantransplantatie

6 Hart- en vaatziekten

6.1 Inleiding

6.2 Chronisch hartfalen

6.3 Ischemische hartziekten

6.4 Cardiomyopathie

6.5 Klepafwijkingen (verworven of aangeboren, al dan niet een klepprothese)

6.6 Aangeboren gebreken van hart en grote vaten

6.7 Ritme- en geleidingsstoornissen

6.8 Perifere vaatziekten

6.9 Onbegrepen, mogelijk circulatoir veroorzaakte syncope

7 Neurologische aandoeningen

7.1 Inleiding

7.2 Epileptische aanvallen en epilepsie

7.3 Bewustzijnsstoornissen (anders dan epilepsie)

7.4 Progressieve ziektebeelden

7.5 Intracraniële tumoren

7.6 Doorbloedingsstoornissen van de hersenen

7.7 Stationaire beelden

8 Psychiatrische stoornissen

8.1 Algemeen

8.2 Psychosen

8.3 Stemmingsstoornissen

8.4 Angststoornissen

8.5 Dissociatieve stoornissen

8.6 Cognitieve stoornissen

8.7 Persoonlijkheidsstoornissen

8.8 Misbruik van psychoactieve middelen (zoals alcohol en drugs)

8.9 Verstandelijke handicap

8.10 ADHD (inclusief subtypen)

8.11 Autismespectrumstoornissen (ASS)

9 Lichamelijke handicaps

10 Geneesmiddelen

10.1 Inleiding

10.2 Geneesmiddelen bij psychotische stoornissen

10.3 Geneesmiddelen bij stemmingstoornissen

10.4 Psychostimulantia

10.5 Hypnotica, sedativa, anxiolytica

10.6 Antidiabetica

10.7 Anti-epileptica

10.8 Anticoagulantia

10.9 Antihistaminica

10.10 Antihypertensiva

10.11 Corticosteroïden

10.12 Maag-darmmiddelen

10.13 Analgetica

10.14 Geneesmidddelen tegen migraine en clusterhoofdpijn

10.15 Parasympaticolytica, parasympaticomimetica, sympaticolytica, sympaticomimetica

10.16 Parkinsonmiddelen

10.17 Cytostatica/oncolytica

10.18 Vertigomiddelen

10.19 Misbruik van geneesmiddelen


Hoofdstuk 1. Inleiding

Bij het formuleren van medische geschiktheidseisen doet zich internationaal het probleem voor, dat - afgezien van de invloed van alcoholgebruik - er nog altijd betrekkelijk weinig epidemiologische gegevens zijn over de relatie tussen de gezondheidstoestand van verkeersdeelnemers en het veroorzaken van verkeersongevallen. Het spreekt voor zich dat de ongevalskans kan toenemen door een verminderde lichamelijke of geestelijke conditie van degene die een motorrijtuig bestuurt. Ook is het duidelijk dat aandoeningen als blindheid of een ernstige geestesziekte iemand zonder meer ongeschikt maken voor deelname aan het gemotoriseerde verkeer.


Hoofdstuk 2. De eisen: algemene opmerkingen

In de hierna volgende hoofdstukken worden de eisen geformuleerd voor het beoordelen van de lichamelijke en geestelijk geschiktheid tot het besturen van motorrijtuigen. Daarbij wordt de indeling in rijbewijssoorten gehanteerd (groep 1: personenauto’s, motorrijwielen; groep 2: vrachtwagens, bussen) zoals aangegeven in de tweede Europese richtlijn betreffende het rijbewijs (91/439/EEG). Voorts wordt het begrip geschiktheid gebruikt. Geschiktheid heeft betrekking op de lichamelijke en geestelijke kwaliteiten op grond waarvan een persoon wel of niet, of voor een beperkte tijdsduur, geschikt is voor het besturen van een motorrijtuig; de vaststelling van de geschiktheid voor één of meer rijbewijscategorieën geschiedt door middel van afgifte (door het CBR) van de verklaring van geschiktheid.

Het medisch onderzoek ten behoeve van de beoordeling van de geschiktheid kan bestaan uit een aantekening door de keurend arts (eventueel aangevuld met een Geneeskundig verslag) en/of een specialistisch rapport.

Met aantekening van de keurend arts wordt bedoeld de aantekening die wordt geplaatst op de Eigen verklaring als een van de vragen bevestigend wordt beantwoord.

Waar hierna sprake is van een specialistisch rapport is daarmee bedoeld het rapport dat het CBR ontvangt van de onafhankelijke specialist naar wie de persoon is verwezen. Dit rapport is opgesteld en ondertekend door de specialist, waarbij het is toegestaan dat delen van het onderzoek onder supervisie en verantwoordelijkheid van de specialist zijn uitgevoerd door een derde.


Hoofdstuk 3. Stoornissen van het gezichtsvermogen


3.1. Inleiding

In dit hoofdstuk worden de eisen aan de geschiktheid gegeven voor het gezichtsvermogen.


3.2. Visus


3.2.1. Visuseisen rijbewijzen van groep 1

De binoculaire visus moet, eventueel gecorrigeerd, ten minste 0,5 te bedragen.

Bij personen die het gezichtsvermogen aan één oog missen, of die in geval van diplopie slechts een oog gebruiken, dient de visus van het functionerende oog ten minste 0,5 te bedragen. Voor hen geldt tevens paragraaf 3.4.

In uitzonderlijke omstandigheden kunnen personen met een visus tussen 0,4 en 0,5 geschikt worden verklaard voor rijbewijzen van groep 1. Voorwaarden zijn de afwezigheid van andere visuele functiestoornissen, een positief advies van een oogarts en een positieve rijtest (zie ook paragraaf 3.5).


3.2.1.1. Rijden met een monoculair bioptisch telescoop systeem

Onder strikte voorwaarden kan een persoon die de visus van 0,5 bereikt met behulp van een monoculair bioptisch telescoopsysteem geschikt worden verklaard voor een rijbewijs van de categorie B.

De voorwaarden zijn dat:

– de visus met beide ogen tezamen, eventueel gecorrigeerd, ten minste 0,16 bedraagt;


– de visus bij kijken door de telescoop ten minste 0,5 bedraagt;


– die persoon niet het gezichtsvermogen van één oog volledig is kwijtgeraakt of slechts één oog gebruikt;


– er geen andere hinderlijke oogheelkundige afwijkingen met betrekking tot verkeersdeelname zijn.


Een rapport van een door het CBR aangewezen oogarts is vereist. Het rapport moet ingaan op oorzaak, prognose en stabiliteit van de lage visus en bevat een advies aan het CBR over de geschiktheidstermijn. De maximale geschiktheidstermijn is vijf jaar.

De geschiktheid wordt bepaald in een rijtest met een deskundige op het gebied van de praktische geschiktheid van het CBR. Het CBR heeft voor de rijtest een uitvoerig protocol. Voor een rijtest komen alleen personen in aanmerking die aantoonbaar voldoende training hebben gehad bij een door het CBR erkend trainingscentrum voor autorijden met een bioptisch telescoopsysteem. Na een positieve rijtest kunnen personen die een bioptische telescoop gebruiken slechts geschikt worden verklaard met beperking van de rijbevoegdheid tot:

– rijden bij daglicht (vanaf één uur na zonsopgang tot één uur voor zonsondergang);


– privé gebruik, en


– voertuigen met een automatische schakeling.



3.2.2. Visuseisen rijbewijzen van groep 2

De visus van het beste oog dient, eventueel gecorrigeerd, ten minste 0,8 te bedragen en van het minder goede oog, eventueel gecorrigeerd, ten minste 0,1.

Ongeschiktheid bestaat ook bij een plotselinge, substantiële terugval van de visus in één oog. Deze personen kunnen na een aanpassingsperiode van minimaal drie maanden en op basis van een positief advies van een oogarts weer geschikt worden verklaard voor rijbewijzen van groep 2, mits de resterende visus voldoet aan bovengenoemde minimumnorm.


3.2.3. Brekingsafwijkingen

a. groep 1: Geen eisen.


b. groep 2: Brillenglazen zijn toegestaan tot een sterkte van plus of min 8 dioptrieën. Contactlenzen zijn tot elke sterkte toegestaan, mits zij goed worden verdragen.



3.2.4. Kleurenzien

Geen eisen.


3.2.5. Diplopie

a. groep 1: Personen met storende diplopie zijn ongeschikt voor rijbewijzen van groep 1. Bij het afdekken van een oog geldt paragraaf 3.4.


b. groep 2: Personen met diplopie zijn ongeschikt voor rijbewijzen van groep 2.



3.3. Gezichtsvelden

a. groep 1: Het horizontale gezichtsveld moet minimaal 120 graden zijn en het bereik dient zich links en rechts minstens 50 graden uit te strekken. Het verticale gezichtsveld dient minstens 20 graden naar boven en beneden te zijn. Binnen een straal van 20 graden vanuit het centrum mogen zich geen gezichtsvelddefecten bevinden.

In uitzonderlijke omstandigheden kunnen personen die niet voldoen aan de normen voor het gezichtsveld, zoals bij scotomen, kwadrantanopsie of homonyme hemianopsie, geschikt worden verklaard voor rijbewijzen van groep 1. Voorwaarden zijn de afwezigheid van andere visuele functiestoornissen, een positief advies van een oogarts en een positieve rijtest (zie paragraaf 3.5).

Deze uitzondering geldt niet voor personen met een gezichtsveld van minder dan 90 graden horizontaal.


b. groep 2: Het binoculaire horizontale gezichtsveld moet minimaal 160 graden zijn en het bereik dient zich links en rechts minstens 70 graden uit te strekken. Het verticale gezichtsveld dient minstens 30 graden naar boven en naar beneden te zijn. Binnen een straal van 30 graden vanuit het centrum mogen zich geen gezichtsvelddefecten bevinden.



3.4. Verlies van het gezichtsvermogen van één oog

a. groep 1: Ongeschiktheid bestaat bij het plotseling verlies van het gezichtsvermogen van één oog, dus ook bij storende diplopie waarbij afdekken van één oog noodzakelijk is. Deze personen kunnen na een aanpassingsperiode van minimaal drie maanden en op basis van een positief advies van een oogarts weer geschikt worden verklaard voor rijbewijzen van groep 1.


b. groep 2: In uitzonderingsgevallen kan een beroepschauffeur, die al in het bezit is van één of meer rijbewijzen van groep 2, na een aanpassingsperiode van minimaal drie maanden en op basis van een positief advies van een oogarts, weer geschikt worden verklaard voor een geografisch beperkt rijbewijs van de categorieën C/CE of D/DE, dat zich maximaal kan uitstrekken tot het grondgebied van Nederland.

Voorwaarden zijn een positief oogartsrapport, een verklaring van de werkgever volgens door het CBR opgesteld model en een positieve rijtest (zie paragraaf 3.5).



3.5. Rijtest

Indien het CBR voor een juiste oordeelsvorming over de geschiktheid een rijtest nodig acht, schakelt het een deskundige in op het gebied van de praktische geschiktheid (van de desbetreffende afdeling van het CBR) voor het afnemen ervan. Het CBR heeft voor de rijtest een uitvoerig protocol.


3.6. Nader oogheelkundig onderzoek

Personen bij wie de keurend arts geen belangrijke oogheelkundige afwijkingen heeft gevonden kunnen op basis van de gegevens van de keurend arts geschikt worden bevonden. Indien er wel belangrijke afwijkingen zijn, is aanvullend onderzoek door een oogarts noodzakelijk in verband met een eventuele beperking van de geschiktheidstermijn.


3.7. Progressieve oogaandoeningen

Beperking van de geschiktheidstermijn is aangewezen bij progressieve oogaandoeningen, zoals cataract, glaucoom met gezichtsveldbeperking, degeneratieve en vasculaire netvliesaandoeningen, progressief lijden van de nervus opticus. Voor de beoordeling is een rapport van een oogarts vereist.


3.8. Donkeradaptatie

De donkeradaptatie dient min of meer ongestoord te zijn. Bij twijfel aan dit vermogen zal nader onderzoek met een adaptometer moeten plaatsvinden: de maximaal toegestane afwijking bedraagt één logeenheid.

Personen met een afwijking in de donkeradaptatie van meer dan één logeenheid kunnen geschikt worden verklaard voor groep 1, waarbij de rijbevoegdheid wordt beperkt tot rijden bij daglicht (vanaf één uur na zonsopgang tot één uur voor zonsondergang).

De beoordeling kan voorts ondersteund worden door een rijtest (zie paragraaf 3.5).


3.9. Contrastgevoeligheid

a. groep 1: Geen eisen


b. groep 2: Personen met een verminderde contrastgevoeligheid zijn ongeschikt voor rijbewijzen van groep 2.



3.10. Intra-oculaire lenzen

Intra-oculaire lenzen zijn toegestaan als er zich geen problemen voordoen zoals het bestaan van dubbelbeelden, storende mediatroebelingen of hinderlijke strooilichteffecten.


Hoofdstuk 4. Stoornissen van gehoor en evenwicht


4.1. Inleiding

In dit hoofdstuk staan de eisen aan de geschiktheid met betrekking tot gehoor en evenwicht.


4.2. Slechthorendheid en doofheid

Deze hoeven geen beletsel te zijn voor verkeersdeelname.

Na acuut ontstaan van gehoorverlies of uitval van de evenwichtsfunctie dient men een aanpassingsperiode van minstens drie maanden in acht te nemen, waarin de betrokkene als ongeschikt moet worden beschouwd.


4.3. Draaiduizeligheid of aanvallen van evenwichtsstoornis (zoals bij het syndroom van Ménière)

Deze maken een kandidaat ongeschikt voor het besturen van motorrijtuigen. Na een klachtenvrije periode van drie maanden kan de betrokkene, aan de hand van de aantekening van de keurend arts, geschikt worden verklaard voor een beperkte termijn. De duur van die termijn hangt mede af van de (vroegere) frequentie en de (on)voorspelbaarheid van de aanvallen.


Hoofdstuk 5. Inwendige ziekten


5.1. Inleiding

Voor de geschiktheidsbeoordeling met betrekking tot de inwendige ziekten zijn van belang: de actuele lichamelijke conditie (al of geen klachten optredend bij deelname aan het verkeer), de ’medische’ voorgeschiedenis en de prognose (kans op verergering van klachtenpatroon, kans op complicaties).


5.2. Diabetes mellitus

In paragraaf 5.2 wordt verstaan onder:

i. ernstige hypoglycemie: een hypoglycemie die de hulp van een andere persoon behoefde;


ii. herhaaldelijke hypoglycemieën: twee of meer ernstige hypoglycemieën binnen twaalf maanden.



5.2.1. Algemeen

Voor alle vormen van diabetes mellitus geldt:

Personen bij wie plotseling en onverwacht bewustzijnsdaling of bewustzijnsverlies door hypoglycemie optreedt (‘unawareness’) zijn ongeschikt voor alle rijbewijzen. Iemand kan weer geschikt worden verklaard als de waarschuwingssignalen weer aanwezig zijn en het zelfzorggedrag door een diabetesdeskundige als adequaat wordt ingeschat.

Personen met ernstige hypoglycemieën zijn ongeschikt voor alle rijbewijzen. Iemand kan weer geschikt worden verklaard op basis van een specialistisch rapport, opgesteld door een internist.

Voor personen met diabetes mellitus met één of meerdere complicaties gelden tevens de desbetreffende andere hoofdstukken (zie voor de normen hoofdstuk 3, 6, 7 en 9).

Bij vermoeden van een met de geschiktheid tot het besturen van motorrijtuigen interfererende functiestoornis is voor de beoordeling van de geschiktheid een rijtest vereist met een deskundige op het gebied van de praktische geschiktheid van het CBR. Het CBR heeft voor de rijtest een uitvoerig protocol. De geschiktheidstermijn bij één of meerdere ernstige functiestoornissen is na een positieve rijtest maximaal drie jaar.


5.2.2. Diabetes mellitus, behandeld met middelen die doorgaans geen hypoglycemieën kunnen veroorzaken

a. groep 1: Personen met diabetes mellitus die behandeld worden met middelen die doorgaans geen hypoglycemieën kunnen veroorzaken, kunnen op basis van de aantekening van de keurend arts worden goedgekeurd voor een termijn van maximaal vijf jaar. Bij een ernstige functiestoornis, na een positieve rijtest, voor maximaal drie jaar.

Ten minste iedere tien jaar is een rapport van een oogarts noodzakelijk.


b. groep 2: Personen met diabetes mellitus die behandeld worden met middelen die doorgaans geen hypoglycemieën kunnen veroorzaken kunnen op basis van de aantekening van de keurend arts worden goedgekeurd voor een termijn van maximaal vijf jaar. Bij een ernstige functiestoornis, na een positieve rijtest, voor maximaal drie jaar.

Ten minste iedere tien jaar is een rapport van een oogarts noodzakelijk.



5.2.3. Diabetes mellitus met middelen die hypoglycemieën kunnen veroorzaken

a: groep 1: Personen met diabetes mellitus die behandeld worden met middelen die hypoglycemieën kunnen veroorzaken en die de hypoglycemieën goed voelen aankomen, in staat zijn hiermee adequaat om te gaan en geregeld worden gecontroleerd door een diabetesdeskundige, kunnen op basis van de aantekening van de keurend arts worden goedgekeurd voor een termijn van maximaal vijf jaar.

Bij een ernstige functiestoornis, na een positieve rijtest, voor maximaal drie jaar.

Ten minste iedere tien jaar is een rapport van een oogarts noodzakelijk.


b: groep 2: Personen met diabetes mellitus die behandeld worden met middelen die hypoglycemieën kunnen veroorzaken kunnen geschikt worden verklaard voor rijbewijzen van groep 2, indien zij:

1° in het afgelopen jaar geen ernstige hypoglycemie hebben gehad;


2° op de hoogte zijn van de risico’s van een hypoglycemie;


3° hypoglycemieën goed voelen aankomen en in staat zijn daarmee adequaat om te gaan;


4° minstens tweemaal per dag en op relevante momenten tijdens het besturen aan zelfcontrole doen door middel van een bloedglucosetest, en


5° geen ernstige diabetische complicatie hebben.



Bij iedere aanvraag is een onderzoek door een internist vereist en ten minste iedere vijf jaar is een rapport van een oogarts vereist. De maximale geschiktheidstermijn is drie jaar.


5.3. Hypertensie

Voor personen die ondanks behandeling een hoge bloeddruk houden, te weten een diastolische druk die, bij herhaling gemeten, hoger is dan 115 mm Hg, geldt - gezien het risico op beschadiging van ogen, nieren, hart en hersenen - een beperkte geschiktheidstermijn: maximaal vijf jaar voor rijbewijzen van groep 1 en maximaal drie jaar, mede op grond van een specialistisch rapport, voor rijbewijzen van groep 2.


5.4. Chronische nierschade

Voor de beoordeling van de geschiktheid bij chronische nierschade (CNS) is, afhankelijk van het stadium waarin de aandoening zich bevindt en de aangevraagde rijbewijsgroep een aantekening van een keurend arts dan wel een specialistisch rapport van een internist deskundig op het gebied van nierziekten (internist-nefroloog) vereist.

De keurend arts dient de nierfunctie weer te geven in MDRD-klaring (ml/min/1.73 m2) of in een percentage van de nierfunctie. Tevens moet worden aangegeven of de CNS gepaard gaat met functionele beperkingen ten aanzien van de geschiktheid.

Voor MDRD geldt de nierfunctie in MDRD-klaring (ml/min/1.73 m2) of in een percentage van de nierfunctie. Tevens moet worden aangegeven of de CNS gepaard gaat met functionele beperkingen ten aanzien van de geschiktheid.

Het specialistisch rapport dient in te gaan op de vragen of de persoon wordt behandeld met een vorm van dialyse, hoe de algemene conditie is, in de zin van welke activiteiten en welke inspanning kan deze persoon maximaal uitvoeren, en of er in het laatste half jaar sprake is geweest van hartritmestoornissen, angina pectoris of een ernstige hypotensie in geval van dialyse.

Voor niertransplantatie zie paragraaf 5.7.2.


5.4.1. groep 1

Personen met CNS stadium I, II, III of CNS stadium IV met een MDRD van 20–29 ml/min/1.73 m2, kunnen op basis van de aantekening van een keurend arts geschikt worden verklaard. Bij personen met CNS stadium IV met een MDRD van 15–19 ml/min/1.73 m2 of CNS stadium V, met of zonder dialysebehandeling, is voor de beoordeling van de rijgeschiktheid een rapport vereist van een medisch specialist.

Als de keurend arts of medisch specialist duidelijk omschreven twijfels heeft over de rijgeschiktheid, kan het CBR voor een juiste oordeelsvorming een deskundige op het gebied van de praktische rijgeschiktheid inschakelen om de geschiktheid vast te stellen. Het CBR heeft hiervoor een uitvoerig protocol.

De geschiktheidstermijn is voor personen met CNS stadium I, II of III maximaal tien jaar. Voor personen met CNS stadium IV is de geschiktheidstermijn maximaal vijf jaar en voor personen met CNS stadium V maximaal drie jaar.


5.4.2. groep 2

Personen met CNS stadium I, II of III kunnen op basis van de aantekening van een keurend arts geschikt worden verklaard. Bij personen met CNS stadium IV of V is voor de beoordeling van de rijgeschiktheid een rapport vereist van een medisch specialist.

Als de keurend arts of medisch specialist duidelijk omschreven twijfels heeft over de rijgeschiktheid, kan het CBR voor een juiste oordeelsvorming een deskundige praktische rijgeschiktheid inschakelen om de geschiktheid vast te stellen. Het CBR heeft hiervoor een uitvoerig protocol.

De geschiktheidstermijn is voor personen met CNS stadium I, II of III maximaal vijf jaar.

Voor personen met CNS stadium IV is de geschiktheidstermijn maximaal drie jaar en voor personen met CNS stadium V maximaal één jaar.


5.5. Longziekten


5.5.1. Ernstige CARA (chronische aspecifieke respiratoire aandoeningen)

Respiratoire insufficiëntie bij geringe belasting: in beginsel ongeschikt voor alle rijbewijscategorieën. Het betreft in het algemeen patiënten met een pCO2 hoger dan 55 mm Hg en een maximum ademminuutvolume van minder dan 20 liter. Bij twijfel is een rijtest met een deskundige op het gebied van de praktische geschiktheid (van de desbetreffende afdeling van het CBR) aangewezen.


5.5.2. Astma bronchiale

Voor personen met normale longfunctie en intermitterende perioden van bronchospasme gelden geen beperkingen.


5.6. Bloedziekten


5.6.1. Ernstige bloedzieken

Bij ernstige stollingsstoornissen of maligniteiten in een zodanig gevorderde fase dat gevaar voor de verkeersveiligheid ontstaat, dienen rijbewijzen niet te worden afgegeven of vernieuwd tenzij de aanvraag wordt gesteund door de aantekening van de keurend arts.


5.6.2

Goed ingestelde personen met hemofilie of andere stollingsstoornissen

Voor rijbewijzen van beide groepen kan met betrekking tot de geschiktheidsbeoordeling worden volstaan met de aantekening van de keurend arts. De geschiktheidstermijn is vijf tot tien jaar.


5.7. Overige aandoeningen, orgaantransplantatie


5.7.1. Complicaties bij ernstige aandoeningen

Complicaties bij maligniteiten, endocrinopathieën, auto-immuunziekten enzovoort kunnen leiden tot ongeschiktheid. Afhankelijk van type pathologie, type patiënt, kwaliteit van behandeling en begeleiding dient de medische geschiktheid individueel beoordeeld te worden.


5.7.2. Orgaantransplantatie

Na een geslaagde transplantatie van nier (zie paragraaf 5.4), pancreas, lever, hart en/of long(en) is de geschiktheidstermijn eerst maximaal vijf jaar (bij rijbewijzen van groep 1 op geleide van de aantekening van de keurend arts; bij rijbewijzen van groep 2 is een specialistisch rapport nodig) en daarna onbeperkt.


Hoofdstuk 6. Hart- en vaatziekten


6.1. Inleiding

Voor de geschiktheidsbeoordeling zijn (ook) bij hart- en vaatziekten van belang: de actuele lichamelijke conditie (al of geen klachten optredend bij deelname aan het verkeer), de voorgeschiedenis (aangeboren of verworven aandoening, status na operatie en dergelijke), en de prognose (kans op verergering van klachtenpatroon, kans op complicaties). Bij het formuleren van onderstaande eisen is met deze aspecten - die nogal kunnen verschillen per type aandoening - rekening gehouden. Voor de indeling van klachten naar ernst is de classificatie van de New York Heart Association (NYHA) gevolgd.


6.2. Chronisch hartfalen

Onvoldoende pompwerking van het hart (decompensatio cordis) kan berusten op een of meer oorzaken zoals aandoeningen genoemd in de hierna volgende paragrafen. Voor de specifieke criteria bij deze aandoeningen zij naar deze paragrafen verwezen. Is de oorzaak een andere dan hierna genoemd of is de oorzaak niet goed bekend, dan gelden in het algemeen de volgende richtlijnen.

Bij rijbewijzen van groep 1 is voor de geschiktheidsbeoordeling de aantekening van de keurend arts doorgaans voldoende. Voor groep 2 is steeds een specialistisch rapport vereist.

Bij personen met lichte tot matige klachten bedraagt de maximale geschiktheidstermijn voor groep 1 vijf jaar; zij zijn in het algemeen ongeschikt voor rijbewijzen van groep 2.

Personen met ernstige klachten (NYHA klasse 3 en 4) zijn ongeschikt voor ieder rijbewijs.

Voor transplantatie van hart en/of long(en): zie paragraaf 5.7.2.


6.3. Ischemische hartziekten

Het gaat hierbij om alle personen met kransvatlijden, ongeacht of zij daarvoor in behandeling zijn (geweest) of in het verleden een ingreep hebben ondergaan zoals een coronaire- bypass-operatie of een dotterbehandeling (PTCA). Van belang voor de geschiktheidsbeoordeling zijn het actuale klachtenpatroon - al dan niet bij gebruik van medicatie - en de prognose.


6.3.1. Asymptomatisch kransvatlijden

Het betreft personen bij wie aanwijzingen zijn gevonden - bijvoorbeeld bij een inspanningstest (elektrocardiogram) - voor het bestaan van kransvatlijden. In deze gevallen is steeds een specialistisch rapport vereist. De maximale geschiktheidstermijn bedraagt tien jaar.


6.3.2. Chronische stabiele angina pectoris

Bij rijbewijzen van groep 1 is voor de geschiktheidsbeoordeling de aantekening van de keurend arts voldoende. Voor groep 2 is steeds een specialistisch rapport vereist.

Bij personen met lichte tot matige klachten bedraagt de maximale geschiktheidstermijn voor groep 1 vijf jaar; zij zijn in beginsel ongeschikt voor rijbewijzen van groep 2.

Personen met ernstige klachten (NYHA klasse 3 en 4) zijn ongeschikt voor ieder rijbewijs.


6.3.3. Instabiele angina pectoris

Ongeschikt voor elk rijbewijs.


6.3.4. Hartinfarct

Personen die een hartinfarct hebben doorgemaakt zijn ten minste de eerste vier weken na het infarct ongeschikt. Of en in hoeverre zij na deze periode geschikt zijn, hangt af van het klachtenpatroon en van de prognose (zie ook vorige paragrafen).


6.4. Cardiomyopathie

Een specialistisch rapport is altijd vereist. Personen met beginnende cardiomyopathie kunnen met goede medicatie jaren gevrijwaard blijven van klachten. Bij goedkeuring (bij NYHA klasse 2 alleen voor rijbewijzen van groep 1; bij NYHA klasse 3 en 4 altijd ongeschikt) is de maximale geschiktheids-termijn vijf jaar voor groep 1 en drie jaar voor groep 2.


6.5. Klepafwijkingen (verworven of aangeboren, al dan niet een klepprothese).

De maximale geschiktheidstermijn voor beide groepen rijbewijzen is tien jaar. Bij personen met klachten is altijd een specialistisch rapport vereist.

Bij lichte tot matige klachten (NYHA klasse 2) is de maximale geschiktheids-termijn voor groep 1 vijf jaar; deze personen zijn in beginsel ongeschikt voor rijbewijzen van groep 2.

Personen met ernstige klachten (NYHA klasse 3 en 4) zijn ongeschikt voor elk rijbewijs.


6.6. Aangeboren gebreken van hart en grote vaten

Het gaat hierbij om gebreken als septumdefecten, open Ductus Botalli, transpositie van de grote vaten en coarctatio aortae. Personen bij wie het defect in de jeugd operatief is gecorrigeerd kunnen op latere leeftijd (andere) cardiovasculaire complicaties krijgen zoals hypertensie, cardiomyopathie of ritmestoornissen. Zij dienen uiteraard beoordeeld te worden op hun actuele klachten, niet op de eerdere conditie. Afzonderlijke vermelding verdienen, de mate en vorm van ’shunting’ (zie hierna).

Links-rechts shunt

Personen zonder klachten zijn geschikt voor beide groepen rijbewijzen zonder termijnbeperking.

Bij lichte klachten: geschikt voor groep 1 voor beperkte duur tot maximaal tien jaar; voor groep 2 is een specialistisch rapport vereist.

Rechts-links shunt (cyanose)

Voor alle categorieën is een specialistisch rapport vereist. Bij goedkeuring geldt een beperkte geschiktheidstermijn tot maximaal vijf jaar voor rijbewijzen van groep 1 en maximaal drie jaar voor rijbewijzen van groep 2.


6.7. Ritme- en geleidingsstoornissen


6.7.1. Ritmestoornissen

Als de keurling geen of slechts geringe klachten heeft, is deze geschikt voor rijbewijzen van groep 1 voor een termijn van maximaal tien jaar; voor groep 2 is een specialistisch rapport vereist.

Ernstige klachten (zoals duizeligheid of bewustzijnsstoornissen, of NYHA klasse 3 en 4) maken de keurling ongeschikt voor elk rijbewijs.


6.7.2. Geleidingsstoornissen

Het gaat hierbij om aandoeningen als sick-sinussyndroom, bifasciculair bundeltakblok, of een tweede- of derdegraads AV-blok. In deze gevallen is steeds een specialistisch rapport vereist; de maximale geschiktheidstermijn bedraagt tien jaar. Personen met ernstige klachten zijn ongeschikt voor elk rijbewijs.


6.7.3. Pacemaker

Beperking van de geschiktheidstermijn tot maximaal tien jaar. Voor rijbewijzen van groep 2 is een specialistisch rapport vereist.


6.7.4. Implanteerbare cardioverter-defibrillator (ICD)

Voor de beoordeling van de geschiktheid van personen met een implanteerbare cardioverter-defibrillator (ICD) is een specialistisch rapport vereist, opgesteld door een cardioloog met kennis en ervaring op dit gebied.

Aan beroepsmatig gebruik van een rijbewijs van groep 1 door personen met een ICD moeten strenge eisen worden gesteld. Personen met een ICD die voldoen aan de hieronder gestelde eisen voor groep 1, maar niet tevens voldoen aan de hieronder geformuleerde eisen voor groep 2, kunnen in beginsel alleen geschikt worden verklaard als de rijbevoegdheid wordt beperkt tot privé-gebruik.

Op speciaal verzoek kan – in individuele gevallen – een uitzondering worden gemaakt op de beperking tot privé-gebruik. Voor een termijn van vijf jaar kunnen deze personen geschikt worden verklaard voor beperkt beroepsmatig vervoer, niet zijnde vervoer van personen, of het onder toezicht doen besturen van derden, voor maximaal vier uren per dag. Voorwaarden zijn een keuring door een specialist en een verklaring van de werkgever volgens een door het CBR vastgesteld model.

a. groep 1: Personen met een ICD zijn ongeschikt gedurende een observatieperiode van twee maanden na implantatie. Blijkt aan het eind van deze periode dat het apparaat geen elektroshocks heeft afgegeven, dan wel dat zich tijdens stimulatie door de ICD geen ernstige hemodynamische problemen hebben voorgedaan, dan kunnen deze personen geschikt worden verklaard voor rijbewijzen van groep 1. De maximale geschiktheidstermijn is vijf jaar.

Wanneer een ICD in of na bedoelde observatieperiode één of meer elektroshocks heeft afgegeven, geldt ongeschiktheid. Blijkt uit specialistisch onderzoek dat deze elektroshocks terecht zijn afgegeven, dan is de betrokkene ongeschikt gedurende minimaal twee maanden na de laatste shock. In geval van misplaatste shocks zijn personen met een ICD ongeschikt, totdat de kans op dergelijke shocks voldoende is gereduceerd door het opnieuw afstellen van de ICD. Het laatste moet blijken uit een observatieperiode van minimaal twee maanden na herafstelling van de ICD.


b. groep 2: Personen met een ICD zijn in alle gevallen ongeschikt voor rijbewijzen van groep 2.



6.8. Perifere vaatziekten


6.8.1. Veneuze aandoeningen

Personen met een ernstige vorm van diep veneuze trombose zijn in het algemeen ongeschikt voor elk rijbewijs; in ieder geval is een specialistisch rapport vereist. Bij alle andere aandoeningen in deze rubriek geldt geschiktheid voor beide groepen rijbewijzen, tenzij er sprake is van bijzondere complicaties (ter beoordeling van een specialist).


6.8.2. Arteriële aandoeningen

Het betreft hier aandoeningen als aneurysma aortae, uitgebreide arteriosclerose, ziekte van Raynaud, de ziekte van Buerger en scleroderma. Voor de geschiktheidsbeoordeling kan volstaan worden met de aantekening van de keurend arts. Personen die - al dan niet na behandeling - geen of geringe klachten hebben kunnen worden goedgekeurd voor rijbewijzen van groep 1 met een maximale termijn van tien jaar, en voor rijbewijzen van groep 2 met een termijn van vijf tot tien jaar.


6.9. Onbegrepen, mogelijk circulatoir veroorzaakte syncope

Personen met dergelijke klachten zijn ongeschikt voor alle rijbewijzen zo lang de diagnose onzeker is en er geen effectieve behandeling is ingesteld (of anderszins de klachten verdwijnen). Voor groep 1 geldt een klachtenvrije periode van een jaar, voor groep 2 van vijf jaar. Zie ook paragrafen 7.3 en 8.5.


Hoofdstuk 7. Neurologische aandoeningen


7.1. Inleiding

In dit hoofdstuk worden de eisen aan de geschiktheid voor het onderwerp ’neurologie’ geformuleerd, waaronder die voor epilepsie.


7.2. Epileptische aanvallen en epilepsie

Voor de beoordeling van de geschiktheid van personen met epileptische aanvallen (in de voorgeschiedenis) is een specialistisch rapport vereist, opgesteld door een neuroloog, tenzij het een aanvraag betreft voor een groep 1 rijbewijs en de aanvrager gedurende de voorgaande tien jaar aanvalsvrij is geweest en gedurende dezelfde periode geen behandeling plaats heeft gevonden met anti-epileptische medicatie. In die gevallen volstaat een aantekening van de keurend arts.

In geval van arterioveneuze malformaties, intracerebrale bloedingen, herseninfarcten en hersentumoren, met risico op epileptische aanvallen, gelden tevens de normen uit paragrafen 7.5 en 7.6.

Aan het gebruik van een rijbewijs van groep 1 door personen met één of meerdere epileptische aanvallen in de voorgeschiedenis moeten vanwege een verhoogd risico op een verkeersongeval extra eisen worden gesteld. Personen die voldoen aan de hieronder gestelde eisen van groep 1, maar niet tevens voldoen aan de hieronder gestelde eisen van groep 2, zijn permanent ongeschikt voor beroepsmatig vervoer van personen of het onder toezicht doen besturen van derden.

Personen kunnen voor beroepsmatig vervoer, niet zijnde vervoer van personen of het onder toezicht doen besturen van derden, geschikt worden verklaard indien er sprake is van afwezigheid van andere voor de rijgeschiktheid relevante afwijkingen die een beperking van de bevoegdheid vereisen tot alleen privégebruik of beroepsmatig gebruik voor maximaal vier uur per dag.

Voor de normen in deze paragraaf gelden de volgende uitgangspunten:

– Rijbewijsbezitters die een epileptische aanval krijgen, zijn ongeschikt voor een onbeperkt rijbewijs.


– Epilepsie: van epilepsie is sprake als een persoon in een periode van minder dan vijf jaar twee of meer niet-geprovoceerde epileptische aanvallen heeft gehad.


– Geprovoceerde epileptische aanval (of acuut symptomatische aanval): een epileptische aanval die zich voordoet binnen 14 dagen na schedel-hersenletsel, bij een koortsende ziekte, bij een metabole ontregeling, dan wel een andere identificeerbare causale en vermijdbare factor zoals slaapdeprivatie.


– Sporadische epileptische aanval: een epileptische aanval waarbij zich in de voorgeschiedenis één of meerdere epileptische aanvallen hebben voorgedaan met een interval tussen deze en de voorlaatste aanval van meer dan twee jaar.


– Meerdere aanvallen binnen 24 uur worden beschouwd als een eenmalige aanval.



7.2.1. Eerste epileptische aanval

a. groep 1: Personen met een eerste epileptische aanval zijn ongeschikt voor rijbewijzen van groep 1 tot zes maanden na de aanval.

Uitzonderingen kunnen worden gemaakt indien is voldaan aan één van de onderstaande voorwaarden:

– een eerste niet-geprovoceerde epileptische aanval zonder ‘epileptiforme afwijkingen’ op het standaard EEG (gemaakt na de aanval) en zonder voor epilepsie relevante afwijkingen op de MRI-scan van de hersenen: ongeschikt tot drie maanden na de aanval;


– een eerste geprovoceerde epileptische aanval: individueel door de neuroloog te beoordelen, maar ongeschikt tot tenminste drie maanden na de aanval, mede afhankelijk van de oorzaak van de aanval;


– een eerste epileptische aanval bij een progressief neurologische aandoening: individueel door de neuroloog te beoordelen, maar ongeschikt tot tenminste zes maanden na de aanval.


Na afloop van de aanvalsvrije periode kunnen personen, die voldoen aan bovenstaande voorwaarden, geschikt worden verklaard voor een termijn van één jaar. Bij blijvende aanvalsvrijheid is de maximale geschiktheidstermijn vervolgens drie jaar, dan vijf jaar en dan onbeperkt.

Bezitters van een groep 1 rijbewijs, die bij een eerste beoordeling door het CBR al drie jaar of langer aanvalsvrij zijn, mogen direct geschikt worden verklaard voor een termijn van drie jaar, zij die vijf jaar of langer aanvalsvrij zijn voor een termijn van vijf jaar.


b. groep 2: Personen met een eerste, al dan niet geprovoceerde, epileptische aanval zijn ongeschikt voor rijbewijzen van groep 2, tenzij zij vijf jaar lang aanvalsvrij zijn gebleven en gedurende die periode niet zijn behandeld met anti-epileptische medicatie.

Uitzondering kan – vanwege de erkende gunstige prognose – worden gemaakt voor personen die twee jaar lang aanvalsvrij zijn gebleven en gedurende die periode niet zijn behandeld met anti-epileptische medicatie. Zij kunnen geschikt worden verklaard als er geen voor epilepsie relevante afwijkingen op de MRI-scan van de hersenen, op een recent standaard EEG en op een recent EEG na partiële of gehele slaaponthouding zijn gevonden. Na afloop van de aanvalsvrije periode kunnen personen, die voldoen aan bovenstaande voorwaarden, geschikt worden verklaard voor een termijn van één jaar. Bij blijvende aanvalsvrijheid is de maximale geschiktheidstermijn vervolgens drie jaar, dan telkens vijf jaar.

Bezitters van een groep 2 rijbewijs, die bij een eerste beoordeling door het CBR al vijf jaar of langer aanvalsvrij zijn zonder gebruik van anti-epileptische medicatie, mogen direct geschikt worden verklaard voor de maximale termijn van vijf jaar.



7.2.2. Meer dan één epileptische aanval in de voorgeschiedenis (epilepsie)

a. groep 1: Personen met meer dan één epileptische aanval in de voorgeschiedenis zijn ongeschikt voor rijbewijzen van groep 1 tot een jaar na de laatste aanval.

Uitzonderingen kunnen worden gemaakt indien is voldaan aan één van de onderstaande voorwaarden:

– een sporadische epileptische aanval: ongeschikt gedurende zes maanden na de sporadische aanval;


– epileptische aanvallen bij een progressief neurologische aandoening: individueel door de neuroloog te beoordelen, maar ongeschikt tot ten minste een jaar na de laatste aanval;


– aanvallen in de slaap: als is gebleken dat gedurende een jaar na de eerste aanval tijdens de slaap uitsluitend aanvallen in de slaap zijn opgetreden bestaat er geschiktheid;


– myoclonieën en eenvoudig partiële aanvallen: als is gebleken dat gedurende drie maanden na de eerste myoclonie of eenvoudig partiële aanval alleen myoclonieën of eenvoudige partiële aanvallen zijn opgetreden die geen invloed hebben op de geschiktheid tot het besturen van motorrijtuigen, bestaat er geschiktheid.


Na afloop van de aanvalsvrije periode kunnen personen, die voldoen aan bovenstaande voorwaarden, geschikt worden verklaard voor een termijn van één jaar. Bij gelijkblijvende situatie is de maximale geschiktheidstermijn vervolgens drie jaar, dan vijf jaar en dan onbeperkt.

Bezitters van een groep 1 rijbewijs die bij een eerste beoordeling door het CBR al drie jaar of langer aanvalsvrij zijn, mogen direct geschikt worden verklaard voor een termijn van drie jaar, zij die vijf jaar of langer aanvalsvrij zijn voor een termijn van vijf jaar.


b. groep 2: Personen met meer dan één epileptische aanval in de voorgeschiedenis zijn ongeschikt voor rijbewijzen van groep 2, tenzij zij tien jaar lang aanvalsvrij zijn gebleven en gedurende die periode niet zijn behandeld met anti-epileptische medicatie.

Een uitzondering kan – vanwege de erkend gunstige prognose – worden gemaakt voor personen die vijf jaar lang aanvalsvrij zijn gebleven en gedurende die periode niet zijn behandeld met anti-epileptische medicatie. Zij kunnen geschikt worden verklaard als er geen voor epilepsie relevante afwijkingen op de MRI-scan van de hersenen, op een recent standaard EEG en op een recent EEG na partiële of gehele slaaponthouding zijn gevonden.

Na afloop van de aanvalsvrije periode kunnen personen, die voldoen aan bovenstaande voorwaarden, geschikt worden verklaard voor een termijn van één jaar. Bij blijvende aanvalsvrijheid is de maximale geschiktheidstermijn vervolgens drie jaar, dan telkens vijf jaar.

Bezitters van een groep 2 rijbewijs die bij een eerste beoordeling door het CBR al tien jaar of langer aanvalsvrij zijn zonder gebruik van anti-epileptische medicatie, mogen direct geschikt worden verklaard voor de maximale termijn van vijf jaar.



7.2.3. Wijziging of afbouw van anti-epileptische medicatie

Bij wijziging of afbouw van de anti-epileptische medicatie in overleg met of op advies van de behandelaar geldt voor bezitters van een groep 1 rijbewijs het volgende:

– bij afbouwen van de anti-epileptische medicatie na een aanvalsvrije periode van minder dan twee jaar, bestaat er ongeschiktheid gedurende de periode van afbouwen en drie maanden na het stoppen;


– bij afbouwen van de anti-epileptische medicatie na een aanvalsvrije periode van twee jaar of langer bestaat er geen ongeschiktheid, ook niet tijdens de afbouw;


– als zich tijdens wijziging of afbouw van de anti-epileptische medicatie een epileptische aanval voordoet bestaat er een ongeschiktheid van slechts drie maanden, mits de medicatie meteen is aangepast, anders gelden de reguliere aanvalsvrije perioden van paragraaf 7.2.1a en 7.2.2a.



7.3. Bewustzijnsstoornissen (anders dan epilepsie)

Personen met bewustzijnsstoornissen zijn, met uitzondering van de bewustzijnsstoornissen genoemd in paragrafen 7.3.1 en 7.3.2, voor alle rijbewijzen ongeschikt (zie ook paragrafen 6.9 en 8.5). Bij bewustzijnsstoornissen in de niet recente voorgeschiedenis en wanneer tevens uit de aantekening van de keurend arts blijkt dat nader specialistisch onderzoek niets heeft uitgewezen, is geen specialistisch onderzoek nodig. In alle andere gevallen is voor de geschiktheidsbeoordeling een specialistisch rapport vereist.

De betrokkene kan geschikt worden verklaard voor rijbewijzen van groep 1 als deze minstens één jaar vrij is van de bedoelde stoornissen. De geschiktheidstermijn is dan vijf tot tien jaar, afhankelijk van de ernst van het beeld. Deze personen zijn ongeschikt voor rijbewijzen van groep 2, behalve wanneer de bewustzijnsstoornissen de laatste vijf jaar zijn uitgebleven; in dat geval geldt een geschiktheidstermijn van vijf jaar.


7.3.1. Obstructief slaapapnoesyndroom


7.3.1.1. Rijbewijzen van groep 1

Personen met obstructief slaapapnoesyndroom (OSAS) kunnen geschikt worden verklaard als op basis van een specialistisch rapport blijkt dat gedurende ten minste twee opeenvolgende maanden adequate behandeling plaatsvindt. Onder adequate behandeling wordt in dit verband verstaan: een Apneu-Hypopneu-Index (AHI) van kleiner dan 15 per uur, beoordeeld door een specialist met ervaring op het gebied van slaapgerelateerde stoornissen. Voor personen met hypertensie geldt tevens paragraaf 5.3.

Als de specialist ondanks de adequate behandeling blijft twijfelen aan de rijgeschiktheid kan het CBR voor een juiste oordeelsvorming zonodig de deskundige op het gebied van de praktische geschiktheid (van de desbetreffende afdeling van het CBR) inschakelen om de geschiktheid vast te stellen. Het CBR heeft hiervoor een uitvoerig protocol.

De geschiktheidtermijn is de eerste keer een jaar. Indien uit een specialistisch rapport vervolgens een blijvende adequate behandeling blijkt, is de maximale geschiktheidtermijn drie jaar.


7.3.1.2. Rijbewijzen van groep 2

Personen met obstructief slaapapnoesyndroom (OSAS) kunnen geschikt worden verklaard als op basis van een specialistisch rapport blijkt dat gedurende ten minste drie opeenvolgende maanden adequate behandeling plaatsvindt. Onder adequate behandeling wordt in dit verband verstaan: een Apneu-Hypopneu-Index (AHI) van kleiner dan 15 per uur, beoordeeld door een specialist met ervaring op het gebied van slaapgerelateerde stoornissen. Voor personen met hypertensie geldt tevens paragraaf 5.3.

Als de specialist ondanks de adequate behandeling blijft twijfelen aan de rijgeschiktheid kan het CBR voor een juiste oordeelsvorming zonodig de deskundige op het gebied van de praktische geschiktheid (van de desbetreffende afdeling van het CBR) inschakelen om de geschiktheid vast te stellen. Het CBR heeft hiervoor een uitvoerig protocol.

De geschiktheidtermijn is maximaal een jaar.


7.3.2. Narcolepsie en idiopatische hypersomnolentie


7.3.2.1. Rijbewijzen van groep 1

Personen met narcolepsie of idiopathische hypersomnolentie kunnen geschikt worden verklaard als op basis van een specialistisch rapport blijkt dat gedurende ten minste twee opeenvolgende maanden adequate behandeling plaatsvindt. Criteria voor een adequate behandeling van narcolepsie en idiopatische hypersomnolentie zijn minimaal: een Epworth Sleeping Scale (ESS) score van kleiner dan 11 en een Maintenance of Wakefulness Test (MWT) met een gemiddelde latentie van meer dan acht minuten, beoordeeld door een specialist met ervaring op het gebied van slaapgerelateerde stoornissen.

Als de specialist ondanks de adequate behandeling blijft twijfelen aan de rijgeschiktheid kan het CBR voor een juiste oordeelsvorming zonodig de deskundige op het gebied van de praktische geschiktheid (van de desbetreffende afdeling van het CBR) inschakelen om de geschiktheid vast te stellen. Het CBR heeft hiervoor een uitvoerig protocol.

De geschiktheidtermijn is de eerste keer een jaar. Indien uit een specialistisch rapport vervolgens een blijvende adequate behandeling blijkt, geldt een geschiktheidtermijn van drie jaar, daarna vijf jaar en daarna onbeperkt.


7.3.2.2. Rijbewijzen van groep 2

Personen met narcolepsie zijn permanent ongeschikt.

Personen met idiopatische hypersomnolentie kunnen geschikt worden verklaard als op basis van een specialistisch rapport blijkt dat gedurende ten minste twee opeenvolgende maanden adequate behandeling plaatsvindt. Criteria voor een adequate behandeling van idiopathische hypersomnolentie zijn minimaal: een Epworth Sleeping Scale (ESS) score van kleiner dan 11 en een Maintenance of Wakefulness Test (MWT) met een gemiddelde latentie van meer dan acht minuten, beoordeeld door een specialist met ervaring op het gebied van slaapgerelateerde stoornissen.

Als de specialist ondanks de adequate behandeling blijft twijfelen aan de rijgeschiktheid kan het CBR voor een juiste oordeelsvorming zonodig de deskundige op het gebied van de praktische geschiktheid (van de desbetreffende afdeling van het CBR) inschakelen om de geschiktheid vast te stellen. Het CBR heeft hiervoor een uitvoerig protocol.

De geschiktheidtermijn is de eerste keer een jaar. Indien uit een specialistisch rapport vervolgens een blijvende adequate behandeling blijkt, geldt een geschiktheidtermijn van drie jaar en daarna telkens vijf jaar.


7.4. Progressieve ziektebeelden

Het betreft hier progressieve aandoeningen van het centraal zenuwstelsel (zoals amyotrofische lateraal sclerose, de ziekte van Parkinson, ziekte van Huntington, multiple sclerose, cervicale myelopathie), het perifere zenuwstelsel (zoals heriditaire neuropathiën) en de skeletspieren (zoals spierdystrofieën).


7.4.1. Multiple sclerose

Voor de beoordeling van de geschiktheid van personen met multiple sclerose is een specialistisch rapport vereist, opgesteld door een neuroloog of een revalidatiearts. Bij cognitieve stoornissen geldt tevens paragraaf 8.6.

Aan beroepsmatig gebruik van een rijbewijs van groep 1 door personen met multiple sclerose moeten strenge eisen worden gesteld. Personen met multiple sclerose die voldoen aan de hieronder gestelde eisen voor groep 1, maar niet tevens voldoen aan de hieronder geformuleerde eisen voor groep 2, kunnen in beginsel alleen geschikt worden verklaard als de rijbevoegdheid wordt beperkt tot privé-gebruik.

Op speciaal verzoek kan – in individuele gevallen – een uitzondering worden gemaakt op de beperking tot privé-gebruik. Voor een termijn van vijf jaar kunnen deze personen geschikt worden verklaard voor beperkt beroepsmatig vervoer, niet zijnde vervoer van personen, of het onder toezicht doen besturen van derden, voor maximaal vier uren per dag. Voorwaarden zijn een keuring door een specialist en een verklaring van de werkgever volgens een door het CBR vastgesteld model.

a. groep 1: Tijdens een exacerbatie (Schub) zijn personen met multiple sclerose ongeschikt voor rijbewijzen van groep 1.

Personen die tussen de exacerbaties geen met de geschiktheid tot het besturen van motorrijtuigen interfererende lichamelijke of geestelijke functiestoornis hebben, kunnen geschikt worden geacht voor rijbewijzen van groep 1 voor een termijn van maximaal vijf jaar.

Bij een vermoeden van een dergelijke functiestoornis is voor de beoordeling van de geschiktheid een rijtest vereist met een deskundige op het gebied van de praktische geschiktheid van het CBR. Het CBR heeft voor de rijtest een uitvoerig protocol. Bij een positieve rijtest bestaat er geschiktheid voor een termijn van maximaal drie jaar.


b. groep 2: Tijdens een exacerbatie (Schub) zijn personen met multiple sclerose ongeschikt voor rijbewijzen van groep 2. Personen die tussen de exacerbaties geen met de geschiktheid tot het besturen van motorrijtuigen interfererende lichamelijke of geestelijke functiestoornissen hebben, kunnen geschikt worden verklaard voor een rijbewijs van groep 2 voor een termijn van maximaal drie jaar. Personen die tussen de exacerbaties wel een met de geschiktheid tot het besturen van motorrijtuigen interfererende functiestoornis hebben zijn ongeschikt voor rijbewijzen van groep 2.



7.4.2. Progressieve ziektebeelden, anders dan multiple sclerose

Voor de beoordeling van de geschiktheid van personen met progressieve neurologische ziektebeelden, anders dan multiple sclerose is een specialistisch rapport vereist. Bij cervicale myelopathie kan volstaan worden met de aantekening van de keurend arts. Bij cognitieve stoornissen geldt tevens paragraaf 8.6.

Aan beroepsmatig gebruik van een rijbewijs van groep 1 door personen met progressieve ziektebeelden, anders dan multiple sclerose moeten strenge eisen worden gesteld. Personen met progressieve ziektebeelden, anders dan multiple sclerose die voldoen aan de hieronder gestelde eisen voor groep 1, maar niet tevens voldoen aan de hieronder geformuleerde eisen voor groep 2, kunnen in beginsel alleen geschikt worden verklaard als de rijbevoegdheid wordt beperkt tot privé-gebruik.

Op speciaal verzoek kan – in individuele gevallen – een uitzondering worden gemaakt op de beperking tot privé-gebruik. Voor een termijn van vijf jaar kunnen deze personen geschikt worden verklaard voor beperkt beroepsmatig vervoer, niet zijnde vervoer van personen, of het onder toezicht doen besturen van derden, voor maximaal vier uren per dag. Voorwaarden zijn een keuring door een specialist en een verklaring van de werkgever volgens een door het CBR vastgesteld model.

a. groep 1: Bij een vermoeden van een met de geschiktheid tot het besturen van motorrijtuigen interfererende lichamelijke of geestelijke functiestoornis, is voor de beoordeling van de geschiktheid een rijtest vereist met een deskundige op het gebied van de praktische geschiktheid van het CBR. Het CBR heeft voor de rijtest een uitvoerig protocol. De maximale geschiktheidstermijn is vijf jaar.


b. groep 2: Deze personen zijn niet geschikt voor rijbewijzen van groep 2. Slechts bij afwezigheid van met de geschiktheid tot het besturen van motorrijtuigen interfererende lichamelijke en geestelijke functiestoornissen, kunnen zij geschikt worden verklaard voor een termijn van maximaal drie jaar.



7.5. Intracraniële tumoren

Voor de beoordeling van de geschiktheid van personen met een (status na) intracraniële tumor is een specialistisch rapport vereist, opgesteld door een neuroloog.

Bij de beoordeling van de geschiktheid zijn mede van belang de kans op, dan wel het bestaan van epileptische aanvallen en de eventuele aanwezigheid van met de geschiktheid tot het besturen van motorrijtuigen interfererende lichamelijke en geestelijke functiestoornissen (zie voor de normen hoofdstuk 3, paragraaf 7.2, 7.7, en 8.6).

Aan beroepsmatig gebruik van een rijbewijs van groep 1 door personen met een behandelde of onbehandelde intracraniële tumor moeten strenge eisen worden gesteld. Personen met een behandelde of onbehandelde intracraniële tumor die voldoen aan de hieronder gestelde eisen voor groep 1, maar niet tevens voldoen aan de hieronder geformuleerde eisen voor groep 2, kunnen in beginsel alleen geschikt worden verklaard als de rijbevoegdheid wordt beperkt tot privé-gebruik.

Op speciaal verzoek kan – in individuele gevallen – een uitzondering worden gemaakt op de beperking tot privé-gebruik. Voor een termijn van vijf jaar kunnen deze personen geschikt worden verklaard voor beperkt beroepsmatig vervoer, niet zijnde vervoer van personen, of het onder toezicht doen besturen van derden, voor maximaal vier uren per dag. Voorwaarden zijn een keuring door een neuroloog en een verklaring van de werkgever volgens een door het CBR vastgesteld model.


7.5.1. Hersentumoren in strikte zin

Het betreft hier vooral tumoren van het steunweefsel van de hersenen, de gliomen (astrocytomen, oligodendrogliomen, ependymomen, oligo-astrocytomen, glioblastomen).

a. groep 1: Deze eisen gelden zowel voor behandelde als onbehandelde hersentumoren in strikte zin.

Als een stabiel klinisch beeld is ontstaan en bij afwezigheid van met de geschiktheid tot het besturen van motorrijtuigen interfererende lichamelijke of geestelijke functiestoornissen, kunnen deze personen geschikt worden geacht voor rijbewijzen van groep 1 voor een termijn van maximaal drie jaar.

Bij een vermoeden van een dergelijke functiestoornis, is voor de beoordeling van de geschiktheid een rijtest vereist met een deskundige op het gebied van de praktische geschiktheid van het CBR. Het CBR heeft voor de rijtest een uitvoerig protocol.

Bij een positieve rijtest bestaat er geschiktheid voor een termijn van één jaar, voor personen met een curatief behandelde hersentumor drie jaar.


b. groep 2: Personen met een hersentumor in strikte zin zijn ongeschikt voor rijbewijzen van groep 2.

Een uitzondering hierop vormt de situatie waarin sprake is van een tumor die met succes volledig curatief is behandeld. Bij afwezigheid van met de geschiktheid tot het besturen van motorrijtuigen interfererende lichamelijke of geestelijke functiestoornissen, kunnen deze personen geschikt worden geacht voor een maximale termijn van drie jaar.



7.5.2. Buiten de hersenen gelegen intracraniële tumoren

a. groep 1: Deze eisen gelden zowel voor behandelde als onbehandelde buiten de hersenen gelegen intracraniële tumoren.

Bij afwezigheid van met de geschiktheid tot het besturen van motorrijtuigen interfererende lichamelijke of geestelijke functiestoornissen, kunnen deze personen geschikt worden geacht voor rijbewijzen van groep 1 voor een termijn van maximaal vijf jaar.

Bij een vermoeden van een dergelijke functiestoornis, is voor de beoordeling van de geschiktheid een rijtest vereist met een deskundige op het gebied van de praktische geschiktheid van het CBR. Het CBR heeft voor de rijtest een uitvoerig protocol.

Bij een positieve rijtest bestaat er geschiktheid voor een termijn van maximaal vijf jaar.


b. groep 2: Personen met een buiten de hersenen gelegen intracraniële tumor zijn ongeschikt voor rijbewijzen van groep 2.

Een uitzondering hierop vormt de situatie waarin sprake is van een goedaardige tumor die vanwege goede prognose geen therapie behoeft of van een tumor die met succes curatief is behandeld. Bij afwezigheid van met de geschiktheid tot het besturen van motorrijtuigen interfererende lichamelijke of geestelijke functiestoornissen, kunnen deze personen geschikt worden geacht voor een maximale termijn van drie jaar.



7.6. Doorbloedingsstoornissen van de hersenen

Met doorbloedingsstoornissen van de hersenen worden aandoeningen bedoeld als beroerte (intracerebrale hersenbloeding en herseninfarct), TIA (transient ischemic attack), subarachnoïdale bloedingen, misvormingen van hersenarterieën (zoals een aneurysma of een AVM) en vaatmisvormingen van de hersenvaten van zuiver veneuze aard (zoals caverneuze hemangiomen en congenitale veneuze deformaties).

Bij de beoordeling van de geschiktheid zijn mede van belang de kans op, dan wel het bestaan van epileptische aanvallen en de eventuele aanwezigheid van met de rijgeschiktheid interfererende lichamelijke en geestelijke functiestoornissen (zie voor de normen hoofdstuk 3, paragraaf 7.2, 7.7, en 8.6).

Aan beroepsmatig gebruik van een rijbewijs van groep 1 door personen met een doorbloedingsstoornis van de hersenen moeten strenge eisen worden gesteld. Personen met een doorbloedingsstoornis van de hersenen die voldoen aan de hieronder gestelde eisen voor groep 1, maar niet tevens voldoen aan de hieronder geformuleerde eisen voor groep 2, kunnen in beginsel alleen geschikt worden verklaard als de rijbevoegdheid wordt beperkt tot privé-gebruik.

Op speciaal verzoek kan – in individuele gevallen – een uitzondering worden gemaakt op de beperking tot privé-gebruik. Voor een termijn van vijf jaar kunnen deze personen geschikt worden verklaard voor beperkt beroepsmatig vervoer, niet zijnde vervoer van personen, of het onder toezicht doen besturen van derden, voor maximaal vier uren per dag. Voorwaarden zijn een keuring door een specialist en een verklaring van de werkgever volgens een door het CBR vastgesteld model.


7.6.1. Aneurysmata en andere misvormingen van de hersenarteriën


7.6.1.1. Toevallig ontdekte aneurysmata en andere misvormingen van de hersenarteriën met kans op het optreden van bloedingen.

a. groep 1: Personen met een toevallig ontdekt aneurysma of andere vaatmisvorming van de hersenarteriën die niet heeft gebloed en niet is behandeld, kunnen geschikt worden geacht voor rijbewijzen van groep 1 zonder termijnbeperking.


b. groep 2: Personen met een aneurysma of een andere misvorming van de hersenarteriën die niet is behandeld om de kans op een recidiefbloeding te verkleinen, zijn niet geschikt voor rijbewijzen van groep 2.


Een uitzondering geldt voor toevallig ontdekte, onbehandelde aneurysmata die kleiner zijn dan 10 mm. Een specialistisch rapport door een neuroloog is vereist en de maximale geschiktheidstermijn is drie jaar.


7.6.1.2. Aneurysmata en andere misvormingen van de hersenarteriën die zijn ontdekt na een bloeding

Voor de beoordeling is een specialistisch rapport door een neuroloog vereist.

a. groep 1: Personen met een bloeding uit een aneurysma of een andere arteriële vaatmisvorming zijn ongeschikt voor rijbewijzen van groep 1 tot zes maanden na het ontstaan van de bloeding.

Bij afwezigheid van een met de rijgeschiktheid interfererende lichamelijke of geestelijke functiestoornissen, kunnen deze personen geschikt worden geacht voor rijbewijzen van groep 1 zonder termijnbeperking.

Bij een vermoeden op een dergelijke functiestoornis, is voor de beoordeling van de geschiktheid een rijtest met een deskundige op het gebied van de praktische geschiktheid het CBR vereist. Het CBR heeft voor de rijtest een uitvoerig protocol.

Bij een positieve rijtest bestaat er geschiktheid voor een termijn van drie jaar.


b. groep 2: Personen met een bloeding uit een aneurysma of een andere arteriële vaatmisvorming zijn ongeschikt voor rijbewijzen van groep 2 tot zes maanden na de behandeling om de kans op een recidiefbloeding te verkleinen. Bij afwezigheid van met de rijgeschiktheid interfererende geestelijke of lichamelijke functiestoornissen kunnen personen geschikt worden geacht voor een termijn van maximaal drie jaar.

Bestaat er een dergelijke functiestoornis dan zijn deze personen ongeschikt voor rijbewijzen van groep 2 totdat zij volgens het specialistisch rapport minimaal vijf jaar vrij zijn van dergelijke functiestoornissen. De maximale geschiktheidstermijn is dan drie jaar.



7.6.2. Misvormingen van de hersenvaten van zuiver veneuze aard

Het betreft hier een scala aan aandoeningen, waaronder andere cerebrale caverneuze hemangiomen en congenitale veneuze malformaties.

Voor de beoordeling is een specialistisch rapport door een neuroloog vereist.


7.6.2.1. Toevallig ontdekte zuiver veneuze misvormingen van de hersenvaten zonder klinische verschijnselen

Wanneer deze aandoeningen toevallig gevonden worden, laten ze toch al vaak tekenen van een bloeding zien, zonder dat zich klinische verschijnselen hebben voorgedaan.

Deze personen zijn geschikt voor rijbewijzen van groep 1 en 2 als uit het specialistisch rapport blijkt dat het risico van een (recidief) bloeding gering wordt geacht.

De geschiktheidstermijn is gezien het dynamisch karakter van de aandoening maximaal drie jaar.


7.6.2.2. Zuiver veneuze misvormingen van de hersenvaten met klinische verschijnselen die niet zijn behandeld

a. groep 1: Personen met misvormingen van de hersenvaten van zuiver veneuze aard die gebloed hebben en waarbij zich klinische verschijnselen hebben voorgedaan, zijn ongeschikt voor rijbewijzen van groep 1 tot zes maanden na het begin van het optreden van de klinische verschijnselen.

Deze personen kunnen na zes maanden weer geschikt worden geacht voor rijbewijzen van groep 1 als uit het specialistisch rapport blijkt dat het risico van een recidief bloeding gering wordt geacht en er geen met de rijgeschiktheid interfererende lichamelijke of geestelijke functiestoornis is. De geschiktheidstermijn is gezien het dynamisch karakter van de aandoening maximaal drie jaar.

Bij een vermoeden op een dergelijke functiestoornis is voor de beoordeling van de geschiktheid een rijtest met een deskundige op het gebied van de praktische geschiktheid het CBR vereist. Het CBR heeft voor de rijtest een uitvoerig protocol.

Bij een positieve rijtest bestaat er geschiktheid voor een termijn van maximaal drie jaar.


b. groep 2: Personen met misvormingen van de hersenvaten van zuiver veneuze aard die gebloed hebben en waarbij zich klinische verschijnselen hebben voorgedaan, zijn ongeschikt voor rijbewijzen van groep 2 tot zes maanden na het begin van het optreden van de klinische verschijnselen.

Deze personen kunnen na zes maanden weer geschikt worden geacht voor rijbewijzen van groep 2 als uit het specialistisch rapport blijkt dat het risico van een recidief bloeding gering wordt geacht en er geen met de rijgeschiktheid interfererende geestelijke of lichamelijke functiestoornis is. De maximale geschiktheidstermijn is drie jaar.

Bestaat er een dergelijke functiestoornis dan zijn deze personen ongeschikt voor rijbewijzen van groep 2 totdat zij volgens het specialistisch rapport minimaal vijf jaar vrij zijn van dergelijke functiestoornissen. De maximale geschiktheidstermijn is dan drie jaar.



7.6.2.3. Zuiver veneuze misvormingen van de hersenvaten met klinische verschijnselen die zijn behandeld

a. groep 1: Personen met misvormingen van de hersenvaten van zuiver veneuze aard die gebloed hebben, waarbij zich klinische verschijnselen hebben voorgedaan en die zijn behandeld, zijn ongeschikt voor rijbewijzen van groep 1 tot zes maanden na de behandeling. Deze personen kunnen na zes maanden weer geschikt worden geacht voor rijbewijzen van groep 1 als uit het specialistisch rapport blijkt dat het risico van een recidief bloeding gering wordt geacht en er geen met de rijgeschiktheid interfererende lichamelijke of geestelijke functiestoornis is.

zoekster
door zoekster - Jan 25, 2014 om 10:26
10965 Antwoorden / 34 Vragen
0

Zullen we het maar bij 8.11 kunnen houden?

8.11. Autismespectrumstoornissen (ASS)

Bij de eerste beoordeling door het CBR van personen met een autismespectrumstoornis (ASS) moet een onderzoek plaatsvinden door een onafhankelijk specialist met kennis en ervaring op het gebied van ASS bij volwassenen aan de hand van een checklist met risicofactoren.

Personen met ASS zijn onbeperkt geschikt voor groep 1 en 2 indien zowel co-morbide psychiatrische als somatische stoornissen voldoende onder controle zijn.

Deze stoornissen zijn:

– angst- en dwangstoornissen, aandachtstoornissen, hyperactiviteit, depressieve stoornissen en psychotische stoornissen;
– epilepsie en genetische afwijkingen.
Voor deze stoornissen gelden tevens de betreffende paragrafen uit hoofdstukken 7 en 8. Als daarbij rijgevaarlijke medicatie wordt gebruikt gelden tevens de desbetreffende paragrafen van hoofdstuk 10.

In twijfelgevallen kan de specialist het CBR een termijnbeperking adviseren van drie of vijf jaar, waarna, evenals bij de eerste keuring, een keuring door een specialist met kennis en ervaring op gebied van ASS bij volwassenen moet plaatsvinden.

Bij een eerste aanvraag voor groep 1 of 2 dient bij de beoordeling een rijtest met een deskundige op het gebied van de praktische geschiktheid van het CBR plaats te vinden. Het CBR heeft hiervoor een uitvoerig protocol.

wimmi20
door wimmi20 - Jan 25, 2014 om 12:29
2154 Antwoorden / 7 Vragen
0

Geweldig Haarp.
uitgerekend het artikel dat over autisme gaat staat er niet bij.
Dat is artikel 8.
En u stopt bij 7.
En beste Zoekster : wat leuk dat u mijn verwijzing van gisteren vandaag hebt overgenomen.

zoekster
door zoekster - Jan 25, 2014 om 12:37
10965 Antwoorden / 34 Vragen
0

[quote=wimmi20 schreef op zaterdag 25 jan 2014, 12:29]Geweldig Haarp.
uitgerekend het artikel dat over autisme gaat staat er niet bij.
Dat is artikel 8.
En u stopt bij 7.
En beste Zoekster : wat leuk dat u mijn verwijzing van gisteren vandaag hebt overgenomen.
Ik deed het voor de duidelijkheid. Na de enorme hoeveelheid informatie van haarp die van jouw link nou net datgene niet had vermeld waar het om draaide.

Ik hoef echt niet te pronken met andermans veren. Mijn informatie kwam van jouw link als dat je goed doet.

orgelmuts
door orgelmuts - Jan 25, 2014 om 13:10
632 Antwoorden / 58 Vragen
0

Tjeempie @Haarp, wat een lap tekst, kon je niet gewoon ff een link naar het desbetreffende artikel neerzetten? t Is geen kritiek hoor, begrijp me goed, maar ik vroeg me af of dat niet handiger is?

OM
door OMPI65 - Jan 25, 2014 om 15:52
23 Antwoorden / 0 Vragen
0

Mijn Moeder is vroeger wel 16 keer gezakt.
Toch was zij geen Autist.
Hoe durft die man dat te zeggen! Ik zou een klacht indienen!
Is het niet mogelijk om in een automaat te lessen?
Dat heeft mijn moeder toen gedaan. Teveel handelingen maakten haar te nerveus. Met de automaat was zij een stuk rustiger en haalde met vlag en wimpel haar rijbewijs.

OM
door OMPI65 - Jan 25, 2014 om 15:56
23 Antwoorden / 0 Vragen
0

Ps.
Mijn zager had het zelfde probleem.
Op advies van mijn moeder met een automaat afgereden......en meteen geslaagd!

jolijn nr.2
door jolijn nr.2 - Jan 25, 2014 om 18:32
355 Antwoorden / 1 Vragen
0

[quote=eclipse schreef op vrijdag 24 jan 2014, 17:54][quote=jolijn nr.2 schreef op vrijdag 24 jan 2014, 17:37]Ik zou zeker niet maar afwachten wat er gaat gebeuren.
Laat je zoon meteen schrijven, mailen, bellen en bezwaar aantekenen tegen deze gang van zaken en tegen deze examinator in het bijzonder.
Het allerminste wat hij had kunnen doen is overleggen met de instructeur.
Geef het CBR en/of examinator 14 dagen de gelegenheid om deze fout recht te zetten alvorens je zoon een officiële klacht indient. Voeg een verklaring van de instructeur bij en van alles wat je kunt bedenken (huisartsenverklaring?) om aan te tonen dat er nooit iets of iemand is geweest die aanleiding heeft gezien je zoon op autisme te onderzoeken.
Ik zou duidelijk laten merken dat je capaciteiten van deze examinator in twijfel trekt als hij zomaar patsboem met betr. opmerking naar je zoon toe komt.
Blijf er bovenop zitten.
@@ Jolijn, hoeveel mensen zijn er vermoord??? ik zou meteen de mariniers erop gooien, en een zooi arrestatie teams om dat instructeurtje weleens fff mores te leren, pak allen Uw chemische wapens, en napalm bommen, op naar het malieveld. we zullen die instructeur krijgen die een zenuwachtig jochie afkeurt omdat ie een ingreep heeft gehad, jammer dat we het verhaal van de instructeur niet kunnen horen/lezen, ken er misschien nog net een volksopstand worden voorkomen en wordt zijn familie niet massaal aan de galg gehangen. nou rijles-gevend Nederland U bent gewaarschuwd. pantser Uw auto, draag kogelvrije vesten, duik onder met Uw gezin, Jolijn komt eraan...................

Wat zou de examinator hiervan maken? Theatrale persoonlijkheidsstoornis?

mirab
door mirab - Jan 25, 2014 om 21:25
1 Antwoorden / 0 Vragen
0

De taak van een examinator is te beoordelen of iemand veilig aan het verkker kan deelnemen of niet.
Ik vraag me af waarom er een diagnose gesteld moet worden? Ook iemand met autisme kan in staat zijn het rijbewijs te behalen, toch?!
Al eens aan een faalangst-examan gedacht? Onze dochter was de 1e keer ook zo van de kaart van de zenuwen en zakte als een baksteen. Toen hebben we op advies van de instructeur een faalangst examen aangevraagd. Alleen dat feit al stelde haar wat meer op het gemak de 2e keer. Dat examen is wel 2x de prijs van het gewone examen, maar kan als het nodig is ook de dubbele tijd innemen. Indien nodig zou ze tijdens het examen een time-out mogen nemen en evt opnieuw mogen beginnnen. Het is te gek voor woorden, maar ook de exeminatrice was een stuk relaxter dan toen ze het proefexamen afnam ( toevallig dezelde dame).
Ons inzien was het het geld waard. We zijn bang dat we anders het geld ook kwijt waren aan nóg een examen.

haarp
door haarp - Jan 27, 2014 om 16:13
514 Antwoorden / 62 Vragen
0

Er bestaat een grote groep die nooit slagen en het voor lief houden. Mijn tante is er bijna 20 jaar mee bezig geweest zonder resultaat. Dit laatste was in de jaren 70 en 80.

cb
door cbr - Jan 30, 2014 om 13:22
1 Antwoorden / 0 Vragen
0

Reactie CBR (Thomas):
Beste Poekiebinka,
Een collega van mij wees me op uw tekst. Wij hechten veel waarde aan de manier waarop wij met onze klanten omgaan. Daarom zou ik graag persoonlijk contact met u willen om uw volledige verhaal te horen. Kunt u aub mailen naar communicatie@cbr.nl met daarbij de naam van uw zoon, adres, telefoonnummer en datum van het examen, dan zullen wij zo snel mogelijk met u contact opnemen.

Terug naar de vraag

Nieuw op Vraag & Beantwoord

Gr
Grekoki - May 3, 2024 om 09:47
Computers & telefonie

Welke smartfone maakt mooie foto's?

Ik heb mijn Huawei-telefoon in de trein laten liggen en helaas door niemand "gevonden". Moet dus nieuwe telefoon,gebruik hem het meest om foto's te maken,liefst Natuurfoto's en zo kleurgetrouw mogelijk en was tevreden met mijn Huawei.Denk nu aan Samsung,mijn zus kocht de Samsung A53 5G en gebruikt hem ook het meest het meest om "mooie"foto's te maken en nu zijn de kleuren veel te BLAUW!!! Dus als ... Lees meer

Pe
Pedro Harmsen - May 3, 2024 om 17:16
Garantie & verzekeringen

Niet geïndexeerde begrafenisverzekering

Onlangs ontdekt: heb een begraf.verzek. van €908 (=2000 gulden) Stopgezet per 1-9-1970. Dus destijds door ouders bijeen gespaard met zuur verdiende centjes. De afgelopen 54! jaar hebben de diverse verzekeringsmaatschappijen hier gigantisch geld mee verdiend. Zie ik daar helemaal niets van terug? Allemaal misschien volgens de regeltjes, maar t blijft bizar! Is daar nog iets aan te doen, want ik v ... Lees meer

jd
jdbeste1 - May 4, 2024 om 21:07
Vrije tijd & tuin
TrackR app voor android

TrackR app voor android

Ik heb een TrackR tracker hier maar de bijhorende android app werkt niet meer. Is er iemand die hier een alternatieve app voor weet? Lees meer